Je zag ze weer lopen, de hummeltjes in hun gele, hier en daar een roze, hesjes, hand in hand achter de juf of meester. Allen op weg naar het dorpsschooltje dat wonderwel aan de bespaarwoede van de hogere overheid is ontsnapt. Het is een vertederend aspect in het straatbeeld. Maar de pessimist, of zeg maar realist, in mij denkt dan: hoe lang nog?
De verloedering van ons onderwijs is al jaren bezig. Ik herinner me nog dat ook in mijn kindertijd soms juffen deur aan deur gingen aanbellen om leerlingen te ronselen omdat anders hun schooltje, meestal van de gemeente, de deuren zou sluiten. Het katholiek onderwijs stond toen, nog meer dan nu, voor kwaliteit. Hoewel, voor dat kleinere broertje, waar soms één leraar was voor alle jaren en die dan ook nog directeur was, ook wel wat te zeggen viel. Zeker als het zo’n echt bevlogen type was dat onderwijs als zijn levenswerk zag.
De ouders hoefden niet te kamperen voor inschrijving, om dan toch nog bot te vangen. Ze kregen ook geen incassobureau aan de deur. Alle kinderen vonden een school dichtbij huis en hadden schoolboeken. Alles was gratis. Voor de boeken betaalde je een kleine waarborg die je na afloop terugkreeg. Leerlingen die geen reis naar Rome of het antieke Griekenland konden betalen werden geholpen door tombola’s, lentefeesten of het oudercomité. Kinderen uit arme, soms disfunctionele gezinnen konden voor kinder- of wezengeld naar het pensionaat, waar ze ook wel wat huishoudelijk werk moesten verrichten. Stigmatiserend, maar ja, het standenverschil werd in ere gehouden.
De middenschool heette toen nog humaniora, wat betekent dat je iemand tot mens vormt. Niet tot werknemer zoals nu het geval is. En dan nog een die geen werk vindt. Want de industrie wil een pasklaar instrument en het onderwijs komt toch altijd te laat.
De algemene vorming laat ook te wensen over. Dat merk je aan het gestegen aantal kinderen in de psychiatrie, als ze het geluk hebben er tijdig in te geraken. Een sector die net als het onderwijs te weinig middelen heeft, getuige daarvan, die lange wachtlijsten. En precies in het onderwijs wil men gaan besparen. Ook in het kindergeld, net op het moment dat de energieprijzen de pan uitrijzen.
Als de regering een leerling zou zijn dan zou die een dikke buis krijgen. In het PISA-onderzoek scoren we als land steeds slechter. Begrijpend lezen is een van de grote pijnpunten. De schoolgebouwen zijn al lang in een belabberde toestand. Het lessenpakket en de richtingen veranderen voortdurend. Elke onderwijsminister voert zijn experimentje uit. Het laatste met dat inclusief onderwijs voor kinderen uit bijzonder onderwijs is bijzonder wrang uitgedraaid. Toen de kinderen dan maar weer naar die speciale instellingen moesten gaan, bleken er niet genoeg te zijn. Bij het krieken van de dag opstaan en dan nog ettelijke uren in de bus om je school te bereiken. De Lijn die er nog een schep bovenop deed door bussen af te schaffen. Een mensonwaardige vertoning. En nu blijkt dat sommige van die kinderen zelfs geen gepaste school meer vinden. Waarom besparen ze niet op de lonen van dat onderwijspersoneel zou je denken? Voor zo weinig gepresteerde uren genieten die studenten van de normaalschool (een betekenisvol woord) en academisch geschoolden een flink salaris, meer dan gelijkwaardig opgeleide ambtenaren, of jawel, zelfs werknemers in de privé. Maar ja, we willen natuurlijk geen staking meemaken, toch niet als er geen virusdreiging is.
Er is echter licht aan de horizon. Het digitaal, online onderwijs zal in de toekomst soelaas bieden. Kinderen worden nu toch al met een smartphone aan het knuistje geboren. Ondertussen leren prinsessen kritisch nadenken en professioneel communiceren aan de beste buitenlandse universiteiten. En de jongens van silicon valley sturen hun spruiten naar steinerscholen waar zelfs computers verboden zijn. Voor het gepeupel geldt volgende regel: liever analfabeet dan digibeet.