19 april 2022. Mensen die zich ophangen en uit ramen springen. Mensen die zeggen dat ze verhongeren. Heel jonge kinderen in grote witte hangers, in witte ziekenhuisbedjes en onder lampen, die nooit het daglicht zien. Dat is de lockdown in Shangai en dan nog een die niets uithaalt tegen corona, want het aantal gevallen stijgt voortdurend en begint ook in andere steden. Er is eveneens massaal verzet van de bevolking overal in het hele land en uiteraard ook overal controleposten. Ministeries van buitenlandse zaken over de hele wereld raden hun inwoners af om naar China te reizen, omwille van de oproer die met geweld wordt onderdrukt, maar ook omdat je na de verplichte test indien negatief onmiddellijk in quarantaine vliegt. Heel deze gruwel wordt ondergesneeuwd met de “warporn” van Oekraïne en de angst voor gebrek aan noodzakelijke levensmiddelen. Het lijkt onvoorstelbaar dat onze staatsmannen, mensen die toch beter weten, hieraan meedoen. Voor mij is het zelfs nog onbegrijpelijk dat de pers ook mee heult met deze genocide. Hoe kun je het anders noemen? In de praktijk betekent dit dat bijna 1,5 miljard mensen in een feitelijke lockdown leven, want wie kan er nog weg en wie kan of wil er nog binnen. Dat kun je gewoon niet bevatten. Maar dan begrijp je plots dat je heel goed wist dat zulke dingen voorspeld zijn, in fictie en non-fictie. En daarbij denk ik niet alleen aan de meest geciteerde auteurs, zoals Orwell.
In 1909 publiceert E.M. Forster een kortverhaal onder de titel “The machine stops”. Het gaat over mensen die onder de grond leven in kleine kubussen, waarbij al hun behoeften worden verzorgd door een machine… tot de machine stopt. Gaat er geen belletje rinkelen? Daar leef je dan in je smart city, in de smart building, in al die glazen kubusjes die zo mooi schijnen als het donker wordt. Plots ontdek je dat de koelkast niets heeft besteld en de drone die je levensmiddelen brengt komt niet opdagen. Je loopt in paniek naar de deur, maar die blijft gesloten. In 1909, beste mensen. In 2050 als het werelddictatoriaat zijn plannen kan uitvoeren.
Weet u, het zijn niet zozeer hun idiote plannen, maar de dwang waarmee ze die aan iedereen willen opdringen die me ergert. Als die gedegenereerde tiepen en hun dommekrachten gadgets in hun hersens willen steken, of hun hoofd invriezen om eeuwig te leven, dan mogen ze dat gerust van mij. Maar laat andere mensen de keuze. Dat ze zoiets niet overwegen en nooit overwogen hebben, maakte de geschiedenis ons duidelijk. Op Arte was hierover een knappe reeks van documentaires over de periode die na de slavernij kwam. Ik vond die zo mogelijk nog gruwelijker. Toen werden mensen uit de oorspronkelijke bevolking van de kolonies weggeplukt uit hun gemeenschap om vertoond te worden op wereldtentoonstellingen en mensentuinen, naar analogie met de dierentuinen. Hun dorp werd nagebouwd, met hutjes en palmen. Ze moesten dansjes doen en zich laten fotograferen. Je leest de angst en soms woede in de ogen van die mensen. Moeders met pasgeboren baby’s die de borst gaven. Veel naakt en verhalen over kannibalen. Onvoorstelbaar vernederend, maar dat leek niemand te beseffen. Over dat naakte werd wel geprotesteerd. Typisch. Je had toen ook de grote shows van Barnum en Buffalo Bill, met wat er nog restte van de Amerikaanse indianenbevolking. Maar het meest schokkende is dat na al deze gruwel, ook de kunstvoorwerpen en zelfs de lichaamsresten van de autochtone volkeren naar musea over de hele wereld werden verspreid. De conservator van een Duits museum sprak zelfs over 3000 stoffelijke resten. De collecties werden Afrikaanse of etnische kunst genoemd, alsof ze niet bij de kunst van blanken konden gerekend worden en hoewel je in “Les demoiselles d’Avignon” van Picasso duidelijk de stijl van bepaalde Afrikaanse maskers en beelden herkent. Dat mocht niet gezegd worden, want dat zou er op wijzen dat deze minderwaardige rassen een hogere graad van ontwikkeling hadden dan werd gepropageerd. Zelfs nu nog, nu Afrikaanse politici en wetenschappers vragen om deze buit terug te geven aan de rechtmatige eigenaars ligt men dwars. Frankrijk besliste om ochgod 26 van de 6000 geroofde stuks terug te geven. ‘Zodra we er zeker van zijn dat ze in goede omstandigheden kunnen bewaard worden,’ zei er een. Hoe paternalistisch dit klonk besefte hij zelfs niet. Want zelfs al beslissen die volkeren om alles te verbranden, dan nog is dat hun goed recht. In België is de reactie nog straffer. Ze geven niets terug, maar ze zullen er een verhaaltje over de slavernij bij plaatsen. De macht kent geen schaamte. De verderfelijke omgang met niet alleen de cultuur, maar zelfs het lichaam van de mens wordt hier tot in het extreme doorgetrokken. Ze is van dezelfde orde als de dwangmaatregelen tijdens de coronacrisis en het huidige exponent ervan: de waanzin in Shangai. En net zoals nu was er toen ook een klein gedeelte van de mensheid dat ageerde tegen het kwade. Al van in de achttiende eeuw waren er abolitionisten, die opkwamen tegen de slavernij. De verzetslui van nu, de “conspiracy theorists”, althans de optimisten onder hen, hopen dat in plaats van de “Great Reset” een “Great Awakening” zal ontstaan bij de hele bevolking. Ze denken dat die in de VS zal beginnen, maar door de oproer in grote delen van China zou die wel eens uit het oosten kunnen komen. Het klinkt hoopvol, maar ik twijfel. Want hoe komt het dat zoiets al niet lang gebeurd is? De waarschuwingen voor de hel van de oligarchen is immers zo oud als de straat.
In “The iron heel” van Jack London, een novelle uit 1908 en dus meer dan een eeuw oud, schetst de auteur een perfect beeld van de oligarchische hel waarin we ons nu naartoe bewegen. Het hoofdpersonage, een arbeider die heeft doorgeleerd, legt aan de zakenlui van de middenklasse uit waarom kapitalisme ook voor hen een verkeerd systeem is. Het komt er ruwweg op neer dat de arbeid nooit de hele productie van het kapitaal kan betalen, zodat het kapitaal altijd naar andere landen en steeds meer landen moet uitwijken. Dat noemen wij “globalisering”. Dit gaat zo verder tot ze aan de rand van de wereld staan. Of aan de rand van de afgrond, die naar hen terugkijkt. Om de rijkdom van onze aarde in een beperkt aantal handen te houden, wordt dus een systeem in stand gehouden – de ene het kapitaal, de andere de arbeid – dat uiteindelijk enkel dood en vernietiging kan brengen. Het is nog een tijd in leven gehouden door het casinokapitalisme, maar nu is de fut daar ook uit. Bovendien zorgt het informatieweb dat ze zelf creëerden om ons te manipuleren en controleren ervoor dat steeds meer mensen van het grote onrecht dat ons al eeuwen wordt aangedaan op de hoogte zijn. Elk verzet, al zijn het vreedzame demonstraties wordt daarom in de kiem gesmoord, soms bloedig, ook in landen die de mensenrechten in woord respecteren en zichzelf een democratie of regering van het volk noemen. Een staaltje daarvan kregen we tijdens het corona-experiment te zien.
In het boek komen tal van merkwaardige parallellen met wat nu gebeurt. Zo is er de professor die zijn job en huis verliest omdat hij een kritisch boek heeft geschreven. Daarna vindt hij zelfs geen uitgever meer. Er zijn de demonstranten in het zwart gekleed die beginnen te plunderen en alles in brand te steken. Een van de KMO- eigenaars vraagt wat er zou gebeuren als ze de strijd tegen de plutocraten zouden verliezen. Het hoofdpersonage antwoordt: ‘dan zullen jullie en de arbeid, en wij allemaal, verpletterd worden onder de hiel van het despotisme, zo meedogenloos en vreselijk als gelijk welk despotisme dat de geschiedenispagina’s van de mensheid heeft zwart gemaakt.’ Ik dacht aan deze passage toen ik de bloedstollende documentaire over de 43 verdwenen schooljongens in Mexico zag. Een gebeurtenis van nog niet zo lang geleden, in 2014. Dank je Netflix.
Wie deze oligarchen, plutocraten, globalisten of de 0,01% en zelfs 0,001% zijn die de wereld en alles erop en eraan stilaan bezitten, wordt onthuld in de nuchtere video van Tim Gielen, onder de titel “Monopoly. Who owns the world”. Hij legt de rokken van de ui bloot waarmee de oligarchie is opgebouwd. Je ontdekt dat vrijwel de hele wereldhandel geconcentreerd is in 4 à 5 conglomeraten per segment. Het komt de concurrentie en het vrije spel van vraag en aanbod zeker niet ten goede. Bij ons zie je ook hoe bijvoorbeeld de groente- en fruitveilingen steeds meer gaan fuseren en niet alleen de marktprijs maar ook de bestemming gaan bepalen. Die is niet zelden vooral exportgericht. Al jaren kun je bijna geen verse erwtjes meer kopen omdat die door de diepvriesindustrie worden ingepalmd. En dan zijn er nog de grote ketens die praktische regels opleggen, zoals de grootte van een appel bijvoorbeeld, of de soort. De kwekers die gedwongen werden tot grootschalige, geïndustrialiseerde mono-cultuur hebben niets meer in de pap te brokken.
Maar het gaat nog dieper. Onder die eerste rok zitten de ondernemingen en hun financiers. Daarin komen almaar dezelfde namen voor, vaak niet van levende individuen maar van fondsbeheerders, zoals BlackRock, Vanguard en twee of drie minder bekende groten. Die beleggen op hun beurt de portefeuilles van de derde rok. Die omvat alle stichtingen, trusts, ngo’s, endowments, councils, internationale organisaties, pensioenfondsen en noem maar op waarachter zich de mini-rok verschuilt. Dat zijn degenen die de touwtjes echt in handen hebben. Vergeet Bill, Melinda, Mark, Elon, Jeff & friends. Zet de Rockefellers, Soros, de Clintons, de Bushes enz. in de kijker. Het grappige is dat Tim Gielen de meeste informatie gewoon uit Wikipedia en Google haalt, “hidden in plain sight” al het ware. Het zal hen dan ook niets uitmaken, denk ik. Het narratief dat ze via de media aan ons opleggen blijft toch in hun macht. De persagentschappen, de mediagroepen, ze zijn er allemaal eigenaar van, losjes verstopt onder flinterdunne lakens.
Zover zijn we dus geraakt, beste mensen. Iedereen onder het juk van de zakenman die zich met schurkenstreken naar de top heeft gewerkt. De stemmen uit het verleden en het heden hebben ons gewaarschuwd. Zullen we eindelijk luisteren?