De banaliteit van het kwaad
Zondagochtend. De nieuwslezer van dienst vergast ons op een doembericht. Meer dan 20,000 doden zijn door corona gestorven, alleen al in ons koninkrijkje bij de zee. Ik weet niet of die cijfers juist zijn. Ik betwijfel het, zeker als ik ze vergelijk met cijfers uit pakweg Nederland. Bovendien lijkt het me nu met die dalende ziekenhuisopnames en sterfgevallen een goede truc om de nakende vaccinaties te rechtvaardigen. Wat me in dat geval ook opviel is de begripsverschuiving van groepsimmuniteit naar vaccinatiegraad. Een belangrijk verschil lijkt me. Anyways.
Wat me hierin echter vooral schokte was de doodsangst die hiermee eens te meer werd gezaaid onder de bevolking. Welke invloed oefent dit uit op de zwakkeren onder ons, de oudjes, de kinderen? Zijn die mensen nu elk gevoel voor ethiek en fatsoen verloren, vroeg ik me af. En dan dacht ik aan de mensen van Auschwitz , die door de bevrijders van het kamp gedwongen werden om de macabere daden van hun overheid te ontdekken. Ze hadden de treinen zien aankomen, stampvol mensen, en leeg zien terugrijden. Ze hadden de zwarte rook van de schoorstenen gezien en de geur van de crematoria. Toch hadden ze nichts gewusst. Zou het kunnen dat een mens zo totaal kan wegkijken van de werkelijkheid? Zou het kunnen dat je een mens de vreselijkste dingen kunt laten doen zolang het wordt opgelegd door een hogere autoriteit? Dat een mens dan in overlevingsmodus komt? Het antwoord is natuurlijk ja, dat is al ten overvloede door testen en echte feiten bewezen. Hannah Arendt ontdekte het toen ze het proces van Eichman bijwoonde en dat nette burgermannetje zag met zijn technische accuratesse en administratieve nauwkeurigheid. In haar boek over totalitarisme waarschuwde ze voor het fascisme van de oligarchie, net zoals president en oud-generaal Eisenhower dat deed voor het militair-industrieel complex bij zijn afscheidsrede voor het Amerikaanse volk. Woorden in de wind.
The doctor’s dilemma
Het resultaat maken we nu mee. Hoe is het zo ver kunnen komen? Wie zijn moderne geschiedenis kent – niet die van de schoolbanken, de echte – vindt dat wellicht niet zo vreemd. Medicijnmannen, druïdes, heksen, voodoo-priesteressen en zo meer hebben altijd een belangrijke rol gespeeld in gemeenschappen. Ze gebruikten een grote diversiteit aan behandelingen, van kruiden en bloedzuigers tot spirituele behandelingen. De natuur speelde een grote rol. En nog steeds, zowel bij de fabricage van medicijnen als bij de geneeswijze. Om grote open wonden te behandelen worden trouwens nog altijd wormpjes gebruikt die de geïnfecteerde delen opeten. Niet smakelijk maar zeer effectief. Van de laatste decennia van de 19de eeuw tot circa 1930 was een bloeitijd voor de nieuwe geneeskunde, die niet toevallig samenviel met het begin van het olietijdperk en de zo geroemde industriële revolutie. Het was in feite een afschuwelijke periode, zie Daens, met grote concentraties van arbeiders in de steden, veel honger en weinig hygiëne. Er was een grootschalige immigratie naar de nieuwe wereld, Amerika, zodat er in de steden een groot tekort aan huisvesting was. Daar werd uiteraard van geprofiteerd door hoge huurprijzen te vragen voor kleine krotten, zodat er een vorm van timesharing ontstond: arbeiders met nachtwerk sliepen er overdag, die met dagwerk, ‘s nachts. Afgebeulde en verzwakte mensen, dicht bij mekaar levend in een vervuilde omgeving, dat was a recipe for disaster. Dodelijke infectieziekten tierden welig. Daarom was de nieuwe farmacie, net als de overige industrie, erg geliefd en populair.
Er ontstond een nieuw paradigma, – of moeten we zeggen nieuwe ideologie? – voor de medische sector. De oorzaak van de ziekte werd niet meer gezocht in het lichaam van de mens, maar daarbuiten. Enkel een medicijn zou onze gezondheid nog kunnen herstellen. Talloze gevaarlijke ziektekiemen lagen op de loer om ons lichaam aan te vallen en te vernietigen. De mens droeg niet meer de verantwoordelijkheid voor het eigen lijf, maar legde die in de handen van de industrie. Dit zorgde er ook voor dat de holistische kijk op ons lichaam, dus het lichaam als geheel, niet meer van tel werd. Elk lichaamsdeel werd apart bekeken en zou met gespecialiseerde medicijnen behandeld worden. Met Louis Pasteur deed een nieuwe ontwikkeling de intrede. Was het niet nog beter om ziekten te voorkomen, dan ze te genezen? Het werd al snel de enige manier om virusziekten te behandelen. Het vaccin was geboren. Pasteur was een getalenteerd showman. Heel bekend is zijn experiment met de koeien (vaccin = vache) waarbij hij de helft van een kudde vaccineerde en dan het gevreesde miltvuur, – ja, anthrax, dat spul – inspoot. Na enkele dagen lag de helft van de dieren dood op de grond, de andere helft graasde jolig voort. Dat alles werd vertoond tegenover een grote persmeute en toeschouwers. De handelswijze van Pasteur was niet ongewoon. Geneeskunde was toen een bezienswaardigheid. Het woord “theatre” voor operatiezaal in het Engels duidt nog op de aula waar een chirurg voor een talrijk publiek zijn handelingen, vaak met commentaar, uitvoerde. Ook te zien in een HBO-serie met als titel “The Knick”. Legendarisch zijn ook de hypnoseshows van Charcot waarin geesteszieken werden opgevoerd voor een live publiek.
Bernard Shaw schreef er een satirisch toneelstuk over, The doctor’s dilemma, waarin hij hekelt dat dokters menen dat er voor elke ziekte een ziektekiem is. In dit stuk komt volgende beroemde cirkelredenering. Dokter zegt: ‘En wat is ziekte? Besmetting door een ziektekiem en de vermenigvuldiging ervan. De kuur? Simpel, dood de kiem.’ Patiënt vraagt: ‘En als er nu eens geen ziektekiem is?’ Dokter: ‘Onmogelijk. Hoe kan een patiënt ziek zijn als er geen ziektekiem is?’
Ironisch, maar tegelijk intriest. Ons prachtig zelfhelend lichaam werd hierdoor volledig buitenspel gezet.
Van charlatans en oplichters
Ik moet altijd wat lachen als experts alternatieve geneestheorieën als kwakzalverij afdoen. Vooral homeopathie ligt onder vuur. Misschien omdat het iets te veel aan de vaccinatiemethode doet denken? Het kan natuurlijk dat de verlichting bij allergie, bij homeopathie vrij succesvol, eerder een placebo-effect is. Maar betekent dat niet dat de kwaal eerder psychisch is en een allopatisch geneesmiddel evenmin helpt. Wat er ook van zij, de conventionele geneeskunde zoals we die nu kennen, vindt zijn oorsprong net in de kwakzalverij, vandaar mijn binnenpretje.
Ken je die figuurtjes uit de strips van Lucky Luke, die op het podium van zo’n wild-westdorpje een flesje wonderolie, snake oil in het Engels, stonden aan te prijzen? Vervolgens komt er een oud mannetje met kromme beentjes en een stokje strompelend uit de menigte en wordt op het podium gehesen. Hij neemt een slokje van het wonderelixir en dra springt ie met de hakjes tegen mekaar in de lucht, gooit zijn stokje op de grond en huppelt weg. Deze figuren zijn net als de Dalton broers in de strip gebaseerd op de werkelijkheid. De grondleggers van de grote olie-, chemie- en farmacie-dynastieën (deze drie segmenten horen nauw samen) waren charlatans en oplichters. Nu is dat niet het alleenrecht van deze drie sectoren. Je mag rustig zeggen dat achter elke succesvolle ondernemer iets van deze types schuilt. Misschien geen lizzard people, dat gaat me wat te ver, maar wel lieden die hun reptielenbrein frequent gebruiken. Ik wijs ze niet met de vinger. In onze huidige constellatie is het voor een commerçant nodig om te overleven. ‘You eat lunch or you are lunch’.
Bij de oliebaronnen in spe was dat ook zo. In het begin wisten ze niet wat ze met dat vieze, donkere goedje dat uit hun duurbetaalde grond spoot moesten doen. Sommigen verkochten er zelfs hun goudconcessie voor. Energie was nog vooral steenkool, voor de treinen onder meer, en elektriciteit was een topper. Er reden zelfs auto’s op elektriciteit rond, jawel. Het was een scharniermoment op de economische curve en olie zou het pleit winnen, samen met al zijn broertjes en zusjes. En je weet wat een succesvol ondernemer doet, niet? Hij vernietigt de concurrentie en dat was precies wat in de geneeskunde gebeurde. Alle andere geneeswijzen die geen industrieel vervaardigde en gepatenteerde medicamenten opleverden werden resoluut gebannen. De oliebaronnen reisden tot in China en India toe om hun medische formule af te dwingen. De grote fortuinen en de verstrengeling met het bankwezen maakten dit mogelijk. Wellicht kregen zo meer efficiënte en minder gevaarlijke oplossingen geen kans.
Drugs zijn drugs
Je nooit afgevraagd waarom medicijnen en verslavende middelen in het Engels beide drugs worden genoemd? Je kunt ze ook kopen in de drugstore. Misschien is dat wel omdat de meest succesvolle medicamenten in het begin gewoon drugs waren, onze betekenis van drugs dan. Cocaïne was het eerste wondermiddel. Toen de toch wel gevaarlijke bijwerking steeds meer bekend werden, schakelde men over naar een nieuw wondermedicijn: heroïne. Je kunt het zo gek niet verzinnen. Uiteraard was er veel vraag naar deze fantastische middeltjes. Hiertoe werden in buurland Mexico, Sinaloa meer bepaald, grote plantages uitgebaat om de enorme markt in de VS te bevoorraden. Deze streek werd en is nog steeds kartelland, waar de drugsbaronnen de dienst uitmaken. Een fijne erfenis. Mensenrechtenactivisten menen ook dat verslaving (let op de terminologie) de nieuwe vorm van slavernij was voor de Afrikanen die destijds zo brutaal werden weggerukt uit hun geboorteland. Hun gemeenschap wordt immers als geen andere getroffen.
Dat was vroeger zult u zeggen. Nee, toch niet. In de jaren negentig van vorige eeuw was er het geval van Perdue Pharma, die een opioïde op de markt brachten dat zo gegeerd was, dat het de totale bevolking van een hele stad verslaafd maakte. Bekende acteurs en zangers/zangeressen die aan een overdosis stierven werden hiermee ook in verband gebracht. Er werden astronomische schadevergoedingen geëist, zodat het bedrijf failliet ging en de eigenaars de gevangenis invlogen. Voor enkele jaartjes toch. Wat een geruststelling (sarcasme!).
Met antibiotica wordt het pas echt een goudmijn
De opzienbarende resultaten die antibiotica levert bij de gevreesde virusinfectieziekten geeft de farma-industrie pas echt wind in de zeilen. Nu had de farmacie de ideale geldcarrousel gevonden, want hoe meer antibiotica je gebruikt, hoe meer resistente bacteriën verschijnen, die op hun beurt weer andere antibiotica nodig hebben. Tegelijk zette dit principe na verloop van tijd weer een domper op het verdienmodel. Het gevaar van de superbacterie, die tegen alles resistent is, dook op. Gelukkig waren er naast bacteriën ook nog ontelbare virussen die je met vaccins kon bestrijden. En hoe comfortabeler het leven werd, met verwarmde huizen, vol badkuipen en douches, tot proppensvol gevulde koelkasten en honderden soorten detergenten en bacteriedodende sprays, hoe meer gevaarlijke infectieziekten de kop opstaken. Het leek wel alsof al dat steriele gedoe de zaken alleen maar erger maakten. Misschien omdat bacteriën en virussen ook vechten om hun bestaan en daar heel succesrijk in zijn. Behoren ze niet tot de oudst levende organismen op aarde?
Maar niet getreurd, er kwamen wereldwijde campagnes op gang. Ik herinner me nog hoe we in de basisschool, een grote school met heel veel leerlingen, in een lange sliert op de speelplaats aanschoven om onze bloederige krabbetjes te krijgen, die een levenslang litteken zouden blijven. Of het nonnetje schilderde met een pluim rode mercurochroom in je keel, zodat je ervan moest kokhalzen. Steeds dezelfde pluim voor elk kind. Werd aan de ouders toestemming gevraagd? Werd überhaupt iets gezegd tegen de ouders. Neen, geen jota. Bij de geboorte kregen kinderen een aantal verplichte vaccinaties, maar er werd wel ruimte gelaten voor sommige kinderziektes. Moeders stuurden hun kinderen nog wel eens om te spelen naar een klasgenootje dat de wijnpokken had. Ze wisten dat hun kroost zo de nodige immuniteit opbouwde. Mazelen was toen ook nog een gewone kinderziekte waartegen niet gevaccineerd werd. Gewoon enkele dagen in een donkere kamer rusten, want van licht kon je dan blind worden, maar meer niet. Stilaan werden we albino labratten die zonder medicatie niet konden overleven, niet meer tot eigen verantwoordelijkheid in staat, allemaal overgeleverd aan de verzorgingsstaat met big pharma als begunstigde.
Het businessplan komt in gevaar
Nog tot laat in de twintigste eeuw bleven ziektekiemen het absolute gevaar voor de mens. Ons spijsverteringsstelsel, waar bacteriën zoveel goeds doen, was een onderbelichte materie. In de jaren dertig van vorige eeuw nam men zelfs de dikke darm weg, om al die vervelende microben er gewoon uit te snijden. In branden en snijden is onze moderne medische wetenschap altijd heel sterk geweest. Maar dan begon er stilaan een tegenbeweging op gang te komen. Meer gestudeerde mensen, meer informatie- en communicatiemogelijkheden… wie zal het zeggen?
Het belang van koorts bij een infectie kwam weer naar boven. Koorts is immers een verdedigingsmechanisme van het lichaam zelf. Wie vroeger een longontsteking kreeg maakte een cruciale nacht door van erop of eronder. Wie een goed immuunsysteem had werd de volgende ochtend gezond weer wakker. Er doet zelfs het gerucht de ronde dat Ronald Reagan voor een kankerbehandeling in het geheim naar Duitsland werd gebracht, waar zijn lichaamstemperatuur zeer sterk werd verhoogd, waarna hij genezen zou zijn. Fake news? Wie zal het zeggen? Alternatieve therapieën worden nooit gepromoot, laat staan ernstig onderzocht. Het is wel een feit dat baby’s tegen zeer hoge lichaamstemperaturen kunnen. Dat weet elke kinderarts die bange ouders aan de telefoon krijgt en zodra het gezin in zijn praktijk aankomt is het kind als bij toverslag genezen. En wat doen wij? Bij de minste verhoging snel een koortswerend medicament nemen en zo de werking van ons lichaam belemmeren.
Een andere mythe die werd doorprikt was die van de overdreven hygiëne. Sommige wetenschappers durfden het aan om te beweren dat kinderen almaar meer allergisch reageerden omdat ze in een te steriele omgeving werden opgevoed. In feite zou je ze naar de boerderij moeten sturen, waar ze lekker in het zand kunnen ploeteren en al eens regenworm oppakken om te bestuderen. Hoe durven ze!
En hoewel we nog steeds werden aangemoedigd om zonnecrèmes te gebruiken, beweerden experts nu zelfs dat je beter zonder die spullen in het zonlicht kon baden, om de noodzakelijke vitamine op te doen. Sommigen beweerden zelfs dat de zonneproducten zelf kankerverwekkend zijn.
Bacteriën werden ook langzaam aan in ere hersteld. Er waren goede bacteriën, vooral die in onze darmen, waar ze deel uitmaakten van ons immuunsysteem. ‘Wij zijn dol op de bossen,’ zong Jasperina de Jong en in ‘De opstand der bloemen’ reciteert ze talloze synoniemen van ontlasting.
Nu begonnen de rode zwaailichten van de chemie en de farmacie pas goed op gang te komen. Het was vijf voor twaalf. Tegen de alternatieve geneeskunde hadden ze melkkoeien als kanker, diabetes, hart- en vaatziekten enz. nog kunnen beschermen, door de artsen die dit praktiseerden te demoniseren, voor het gerecht te dagen, waardoor ze meestal gebroodroofd werden of zelfs in de gevangenis opgesloten. Maar stilaan kwamen ook de vaccins en het griepvaccin in gevaar. Het voordeel van dit product was immers dat het een verzekerd inkomen was voor de farmabedrijven. Je was immers niet afhankelijk van een variërend aantal zieken, je wist vooraf hoeveel je zou verkopen. Dat is her voordeel van preventieve medicatie. Bovendien kwam het elke winter terug, meestal van China waar de mensen dicht bij de kippen leven. Zo werd dat toen verteld.
Op medische congressen werd gewaarschuwd voor deze negatieve tendens. Steeds meer mensen weigerden hun kinderen nog te laten vaccineren. In de VS, waar jonge kinderen een cocktail van tientallen vaccins kregen, ontdekten ouders dat ze na de prik veranderden van een vrolijk, actief kind in een passieve en lastige peuter. Ze merkten een achterstand in de ontwikkeling op en er stierven ook kinderen. Over deze gevallen werden documentaires gemaakt, die op het net circuleren, zoals “Vaxxed”. Er werden actiegroepen opgericht, zoals stichting.vaccinvrij.nl, die zich meer en meer in het debat gingen mengen. Dra werd er een etiket op geplakt: antivaxxers.
Tot slot waren er nog de dwarsliggers. Artsen, biologen, medische onderzoeksjournalisten enz. die zelfs beweerden dat virussen, net als kankergezwellen, niets meer dan een verdediging van het eigen lichaam waren. Als het organisme de overvloed aan gifstoffen niet meer aankan gaat het virus aan de slag en het laatste stadium is het gezwel, een soort bad bank dus, dat het gif bewaart en langzaam probeert te lozen. Dat lukt natuurlijk niet als je nog meer gif of straling te verwerken krijgt. Is dit een juiste theorie? We hebben er het raden naar, want het wordt niet onderzocht. Stilaan begonnen die tegenstemmen eveneens een gevaar te worden. Ze hielden exposés op het net en gaven boeken uit die bestsellers werden. Tijd om de al lang aangekondigde pandemie in te zetten.
De medische economie of het godcomplex
Al van in de jaren tachtig, vorige eeuw, met de opkomst van de nieuwe liberalen en de socialisten van de derde weg, begon de verzorgingsstaat af te brokkelen. De gezondheidszorg werd blijkbaar onbetaalbaar. Dat dit niet zozeer door de patiënten maar door de hoge winsten van de farmaceutische industrie kwam, werd er niet bij gezegd. De besparingen volgden zich op. En lijkenpikkers als rechtgeaarde roofkapitalisten zijn, haalden ze de hoogste winsten bij de zwaksten : de patiënten met een zeldzame ziekte. Ik herinner me nog die jongen, zo’n brutaal kereltje, die een soort van gekko-imitatie opvoerde in de Amerikaanse senaat, toen hij op de rooster werd gelegd wegens de exorbitante prijs van zo’n weesje. De man zei boudweg dat enkel winst primeerde, ‘greed is good’ je weet wel. Hij had zich immers met zijn hedge fund in het bedrijf ingekocht. Maar hij had wel gelijk natuurlijk. Beleggers hebben geen begrip voor ethische verliezen, ook niet als ze iets anders beweren. Later is die man wel opgepakt voor fraude met aandelen. Dat kan dan weer wel. Het viel me op dat hij tijdens zijn arrestatie nog datzelfde lachje rond zijn mond had. “So what”was de vertaling, denk ik.
Met de komst van deze financiers werd ook de medische economie steeds belangrijker. Privé-verzekeringsmaatschappijen gingen in de VS bepalen welke ingreep werd terugbetaald, hoe lang iemand in het ziekenhuis mocht verblijven en ga zo maar door. Bij ons werd die rol overgenomen door de regering, de farmalobby’s en de ziekenfondsen. Hoewel deze laatste zich vroeger, toen ze nog stemmenronselaars voor hun politieke partijen waren, opwierpen als een vakbond voor zieken, zijn ze nu de waakhond voor de regering en hun business partners geworden. Ze voeren braaf uit wat van hogerhand beslist wordt en dat heeft meer te maken met economische vereisten dan met bekommernis om de zieke medemens. Het kan echter nog slechter. Ik vrees dat we in de toekomst worden overgeleverd aan een algoritme en zoals je weet, algoritmes antwoorden niet.
Het was deze ontwikkeling die Hannah Arendt meer zorgen baarde dan de eenmalige gruwel van het Hitler-regime. Ze kreeg uiteraard de wind van voren, maar niet omdat ze de misdaden van Eichman zou minimaliseren. Dat was enkele de officiële versie. Nee, ze merkte de bureaucratische efficiëntie op waarmee deze man miljoenen mensen tot een vreselijke dood had veroordeeld. Hij had enkel de logistiek en de organisatie van de concentratiekampen als een nauwgezette boekhouder bijgehouden. Meer niet. Dat hij daardoor over leven en dood had beslist, begreep hij niet. Het godcomplex verborgen onder administratieve neutraliteit. Dezelfde geluiden hoorden we al een tijdje. Artsen die beslissen wie een ruilhart krijgt en wit niet. Artsen die ex-rokers en ex-alcoholisten onderaan op de transplantatielijst zetten. Artsen die beslissen wie weer tot leven mag worden gewekt en wie niet. Te oud, is al een doodvonnis. Nu met de pandemie was het weer prijs. Er moest ook even worden aangestipt dat er bij een toevloed aan patiënten keuzes zouden worden gemaakt.
Wat nu?
Het wordt duidelijk waarom bij de coronagekte vooral virologen, microbiologen, epidemiologen en andere logen werden ingeschakeld. Artsen richten zich op het welzijn van de individuele patiënt, terwijl de logen zich meer bekommeren om de totaliteit, het milieu, het ecosysteem als het ware. Hé, dit klinkt me bekend in de oren. Net zoals de gemanipuleerde grafiekjes en statistiekjes, percentages en absolute cijfertjes de groene godsdienst uitmaakten, is dit niet anders bij de verzonnen pandemie. Net als de klimaatwetenschappers die de fouten bekendmaakten, worden huisartsen en academici die een ander geluid laten horen genegeerd en gebroodroofd.
Wanneer zal de spreekwoordelijke druppel verschijnen? Ik hoop dat er een dag komt dat de caissière in de supermarkt, deze keer met mondmasker weliswaar, me zal aanmanen om naar de Witte Mars te gaan. ‘Nu raken ze aan onze kinderen,’ zei ze toen, ‘deze keer zijn ze te ver gegaan.’
You can fool the people sometimes, but you can’t fool all the people all the time. Ik hoop het, van harte.
Gastbijdrage door Eva Frans