Nu mensen zich weer opsluiten, veel kinderen niet meer naar school kunnen en oma en opa bezoeken weer moeilijk wordt, staan de luchtwegeninfecties op een laag pitje. De voortdurende mutaties van een virus brengen echter soelaas. We zijn bij de zoveelste variant aanbeland, met name omicron, waarvoor eens te meer werd geput uit het Griekse alfabet. Zouden de Grieken, die wel een financieel stootje kunnen gebruiken, hier geen patent op nemen? Het zou hen gouden eieren kunnen leveren. Het startschot werd gegeven door de premier van Engeland, die grapjas met z’n mislukt Jommekes-kapsel. Hij ligt zelf onder vuur omwille van een verboden lockdown-feestje hoorde ik. Uit schrik gaf zijn nette Nederlandse broer alvast het bevel om iedereen in quarantaine te plaatsen en al die gezellige winkeltjes waar presentjes en chocoladeletters kunnen gekocht worden dicht te timmeren. Niet noodzakelijk voor de mens. Zolang we maar gezond zijn, was al veel langer het leitmotiv. Gek dat we daar nooit bij hebben stilgestaan en het maar gedwee herhaalden tegen mekaar. Een dooddoener en blijkbaar letterlijk. Zijn tweelingbroer in het Bourgondische landje aan de onderkant van Nederland zag de bui eveneens hangen. Het gevreesde genootschap van experts en uitvoerders gaat nog snel even voor de feesten samenkomen om de pret te bederven. We weten niet wat het kleine ootje – dat is de betekenis van omicron – zal veroorzaken, maar het is héééél besmettelijk en het kan een ware ravage aanrichten. Uit voorzorg gooien we de boel maar dicht. Alvast een vrolijke kerst en een gelukkig nieuwjaar. Zou het zo iets worden? We wachten bang af.
Gelukkig maar dat deze onheilsboodschappen ons meestal in een zeer beschaafd algemeen Nederlands en Frans worden gebracht. Er klinkt zelfs af en toe medeleven in door en ook wel ernst met een tikje dreiging. Eens een enkele keer wordt het toontje bij bepaalde excellenties grof en vulgair. Maar dat zijn uitzonderingen die de regel bevestigen. De eerste ministers daarentegen, de eigenlijke vaders des vaderlands, ogen in de regel erg beschaafd en verzorgd. Vreemd genoeg zijn de meesten, althans die in de Angelsaksische invloedssfeer, erg op mekaar gelijkend. De mannen zijn niet groot, niet dik, in de prime van hun leven en gekleed in smal gecentreerde, dure maatpakken. Haute couture, geen prêt-à-porter. Ze lijken niet alleen op mekaar, ze zeggen ook hetzelfde. De vrouwelijke versie is geen babe meer, of een extravagante oudere tante, maar een saai gekapt iemand met een unikleurig maatpakje, die wiebelt op gevaarlijk hoge stiletto-hakjes en de ouwelijke uitstraling heeft van de moeder van baby Cadum uit de vijftiger jaren van de vorige preteeuw. Als ik ze hoor spreken – zoals nu weer, we doen het goed maar in het buitenland ligt omicron op de loer, dus schaf muziek, voetbal en theater maar af – denk ik soms dat ik omringd ben met onschuldige idioten en kwaadaardige trollen. Lezen die mensen dan geen diepgaande boeken meer? Kijken ze niet meer naar diepgravende reportages? Luisteren ze niet meer naar onafhankelijke academici en onderzoekers? Er zijn zoveel redenen om aan de intelligentie en de goede bedoelingen van de oligarchen te twijfelen. Vaak lijken ze op rotverwende jochies die hun kinderdromen willen waarmaken. Ik wil astronaut worden. Ik wil een robot uitvinden. Ik wil een ding in mijn hoofd dat me superslim maakt. Ik wil een transmens worden en digitaal in de wolken leven. Tot in de eeuwigheid. Maar een stofzuiger ontwerpen die overal werkt en niet alleen op rechte stukken zonder al te veel hindernissen, die voorwerpen verplaatst om de plek eronder te stofzuigen en die tegelijk waar nodig het stof van de plinten aanpakt en de zithoek reinigt, zelfs dat kunnen ze niet. Idem dito de grasmaaier die enkel op rechte, waterpas liggende gazonnetjes werkt en blijft haken achter bomen en struiken. Wie had ooit gedacht dat de “destroyers of worlds” blanke mannen in maatpak zouden zijn?
Het blijft me verbazen hoe veel mensen bereid zijn om in de waanzin van de dag mee te gaan. Jezelf als data in “the cloud” opslaan om als avatar te leven is een ding, maar straks ruimtereizen naar Mars maken om daar een nieuwe wereld op te bouwen is heel wat anders. We worden gebombardeerd met science-fiction om ons aan die idee te wennen. Is immers ook niet iedereen, wat vreemde snoeshanen daargelaten, in het sprookje over de mannen op de maan, getrapt? Hoe lang is dat niet geleden. Sindsdien slagen we er enkel in om rond de aarde te cirkelen naar het ruimtelabo, dat je op bepaalde tijdstippen, zelfs met het blote oog kan waarnemen. De mensen slikken het allemaal en ze verzinnen er zelfs de meest bizarre ruimteverhalen bij. Dat de marsmannetjes al onder ons zijn bijvoorbeeld. Dat er intelligente reptielen op aarde leven, die onze planeet willen inpalmen. Je ontdekt ze als je hun menselijke huid wegsnijdt en daar het groen geschubde kwaad ziet verschijnen. Dat er goedaardige, ongelooflijk wijze en mooie ruimtewezens zijn die alle goede mensen op aarde zullen redden van de ondergang. Als dat laatste een allegorie is voor de spirituele zingeving waar veel mensen naar op zoek zijn, dan vind ik dat nog het minst onzinnige. Blijkbaar zijn ook veel jongeren op zoek naar hun menszijn in harmonie met de natuur. Ze vinden steun in het boedhisme, in esoterische stromingen, in bewegingen die de transitie van dier naar mens, de “human condition” waarin onze maatschappij nog steeds gevangen zit, willen bereiken: de intrinsieke goedheid van de mens, de onschuld van het kind, de ongereptheid van de eerste mens.
We leven in een overgangsfase, zoveel is zeker. Dat lijkt zowat gebruikelijk te zijn na een eeuwwisseling. Net als de angst voor de apocalyps. Waar beschavingen aan ten onder gaan en of ze volledig verdwijnen is ook onbekend. We leven met fantasieën en na de fantasie van de twintigste eeuw zal er weer een andere opduiken. Ofwel verliezen we ons menszijn aan de wilde dromen van jongens die wetenschap beoefenen, maar geen wetenschappers zijn en zelfs drop-outs op de universiteit. Ze besproeien de lucht met chemicaliën om wolken te veroorzaken die de opwarming van de aarde moeten tegengaan. Ze injecteren mensen en zelfs kinderen met substanties waarvan ze de gevolgen niet kunnen overzien. Ze verstoren de harmonie van onze leefwereld op zoveel manieren dat de effecten onmogelijk te voorspellen zijn. Deze coronacampagne is dan ook veel meer een experiment om te zien hoever de gevestigde machten met de mens kunnen gaan, dan een vaccintest. Meer dan een machtspersoon, zowel uit de financiële als uit de industriële en politieke wereld, heeft de wens al uitgesproken om dezelfde gezagsgetrouwe burgers te kweken dan die in de Aziatische landen. Als we allemaal Chinezen worden, dan zal de economie pas echt floreren. U merkt hoe simpel ze denken.
We maken tevens de ondergang van een wereldrijk mee dat al enige decennia een reus op lemen voeten is. We zien een zeer oud wereldrijk, waar de wieg van de moderne beschaving stond, verschrompelen tot het nog maar een schaduw is van zichzelf. We horen de tegenspraak in de woorden van hun leiders die kant noch wal raken. Nog strengere hygiënemaatregelen hoewel de ziektecijfers dalen. Vervuilende gascentrales kiezen wanneer de gasprijs 300% gestegen is en zuivere, voordelige kerncentrales sluiten. De massa mensen die onze regeringen, parlementen en instituten bemannen zijn het noorden kwijt,. Ze kregen een slag van de windmolens die de horizon van de weinige ongerepte plekjes die we nog hadden bederven. Nog even en we leven overal in een industrieel niemandsland. Maar ondergronds is er een beweging bezig. Ze stoelt op de verbondenheid van alle mensen, die net zoals de onzichtbare band in de bodem, die bomen met mekaar verbindt, onderlinge steun en levenslust biedt. Dat is de toekomstfantasie die het zal halen, gewoon omdat ze de enige is die ons voortbestaan verzekert. En daar draait het om in de natuur waar wij, tot spijt van wie het benijdt, deel van zijn. Overleven!