Het is sterker dan mezelf, maar als de jongeren voor het milieu op straat komen, moet ik aan de rode garde van Mao denken. Vooral wanneer ze boos zijn. Uiteraard is het een westerse versie, wat onschuldiger en niet gewelddadig. Maar wat de gevolgen op iets langere termijn kunnen zijn, die kunnen even vernietigend voor onze gemeenschap zijn als voor de Chinese in Mao’s tijd.
Het is niet de eerste keer dat kinderen worden gebruikt om doelstellingen die voor de burgers te ingrijpend zijn aanvaardbaar te maken. In de jaren zestig van de twintigste eeuw wilden wij meer inspraak in het onderwijs en de wereld in het algemeen en we kregen een gesplitst land. In de Angelsaksische landen kregen ze Tatcher en Reagan. Het idealisme van jongeren is nietsontziend. Als kwade kleuters willen ze alles en ze willen het nu. Als het voor volwassenen al moeilijk is om enige nuancering aan te brengen, dan is dat voor het jonge volkje nog moeilijker. De wereld is zwart-wit voor hen. De angst die door imposante volwassenen wordt opgeroepen is totaal. Het is misschien wel de belangrijkste reden waarom adolescenten en jonger zelfdoding toepassen. In zo’n wereld willen ze niet leven.
De opvoeding door de ouders en de scholen is hierbij cruciaal en daar wringt het schoentje precies. Want niet alleen de leerstof maar de hele onderwijscultuur is erop gericht om kinderen te vormen die het globaliserende adagio van de machtigen probleemloos slikken. Via de smartfoons worden ze de hele dag door bestookt met onschuldige en niet zo onschuldige bagger, waardoor ze geen tijd meer vrij hebben om voor zichzelf te denken. De onzekerheid van de coronaterreur leidt daarbij hun aandacht af van de andere gevaren die jongeren bedreigen en die veel erger, zelfs vaak levensbedreigend zijn. Zal ik ziek worden? Zal ik iemand besmetten? Zal ik morgen nog naar school kunnen? Moet ik weer thuis blijven en mama op haar werk in problemen brengen? Mag ik mijn vriendje nog kussen? Ondertussen viert de cybercriminaliteit die zich altijd op de zwakste slachtoffers richt hoogtij. Stalking via sms’jes, jongeren tot zelfdoding drijven door vernederende foto’s en filmpjes te posten, misbruik maken van naïeve verliefdheid om seksuele handelingen af te dwingen en het slachtoffer daarna geld afpersen… al deze zaken lijken nu schering en inslag. Er blijkt zelfs een handboek voor pedofielen de ronde te doen op het internet, met volledige instructies om kinderen te benaderen en zelfs hoe je politie en gerecht kunt ontduiken. Als censuur ooit gerechtvaardigd zou zijn was het hier wel.
Regelmatig worden we geconfronteerd met verhalen over kindermisbruik in de katholieke kerk en af en toe ook in andere gemeenschappen. Volgens sommigen zou het ook vrij gebruikelijk zijn geweest in de selecte Engelse kostscholen waar de offspring van rijke families leerde een echte man te zijn. Ook in kloosters en opvangtehuizen voor kinderen werden vaak mishandeling en misbruik gesignaleerd. Bij ons herinner ik me nog zoiets als Vrij en Vrolijk. Het cynisme is nooit ver te zoeken. Ik verwonder me ook steeds meer over de rare spelletjes die in jeugdverenigingen worden gehouden, zoiets als “verkrachtertje spelen”. Maar ik hoop dat dit uitzonderingen zijn, want het sociale contact met leeftijdsgenootjes is absoluut nodig, zeker in deze afschuwelijke periode van hun leven. Het isolement van jongeren is nog nooit zo groot geweest.
Ik vind dan ook dat de jongeren boos mogen zijn. Maar niet om de plannen van degenen die zelf de oorzaak van de ellende zijn te ondersteunen. Als volwassenen hebben we gefaald om onze nakomelingen een betere wereld na te laten, op elk vlak, niet alleen wat het milieu, maar vooral nu, wat de medische vooruitgang betreft. Toen ik zag dat in een docu op de Nederlandse tv een groep volwassen Finnen naar Benin op vakantie ging om daar een vaccin tegen kinderdiarree te testen, kreeg ik de kriebels. Allereerst, een vaccin, tegen een bacteriële infectie? Dat kon de oplossing zijn voor het feit dat door overmatig gebruik van antibiotica in arme landen precies daar resistente superbacteriën zijn ontstaan. Daarom moeten er opnieuw oude antibiotica worden gebruikt, met gevaarlijke bijwerkingen. De meereizende Finse arts had veel hoop. Over het vaccin zelf kregen we weinig te horen, ook niet waarom iets dat normaal tegen een virus wordt gebruikt, nu tegen de cholera- of dysenteriebacterie wordt toegepast. Wel mooie beelden van het landschap en van de dankbare kinderen die cadeautjes kregen.
Ik herinnerde me het boek van Dianna Melrose, “Bitter Pills”, dat Oxfam in de jaren 80 van vorige eeuw publiceerde. Kinderdiarree was toen al en nog steeds een enorm probleem in arme landen, omdat het samenhangt met ondervoeding en vervuild water. Maar hé, als je het met een pil kunt oplossen. In de inleiding van het boek schetst ze het beeld van de moeder in Bangladesh, met een dode baby in de armen en een hoop lege flesjes rond haar. Het gehuil was van ver te horen. De vrouw begreep niet dat het kind gestorven was met zoveel medicatie. De doodsoorzaak was uiteraard uitdroging, iets waar geen pil tegen bestand is, enkel rehydratatie met zuiver water. Nu zal het met een vaccin geprobeerd worden. Een goede behuizing, de aanleg van riolering en waterleiding, dat zijn blijkbaar dingen waar ngo’s geen geld voor hebben. Hopen maar dat het geen bitter vaccin wordt.
In die tijd waren de organisaties en de media nog enigszins eerbare entiteiten, zodat er toch na enig gepalaver een WHO-adviesrapport werd openbaar gemaakt om een aantal diarreepillen af te keuren en de BBC besteedde daar in haar programma “Lopende Zaken” aandacht aan. Denkend aan wat er nu gebeurt vrees ik dat er van de betrokken instanties geen waarschuwing zal komen, indien nodig. We kunnen enkel hopen dat de mensen in de arme landen zelf, die heel wantrouwig tegenover westerse medicatie staan, voorzichtig blijven. Want ook voor hen zijn kinderen het kostbaarste op aarde en de toekomst van de mensheid in het algemeen. En dat is toch iets wat we kost wat kost moeten beschermen. Of niet soms?