Het zat al vervat in de politiek van de onvermijdelijkheid, maar het olijke duo Maggy & Ronny heeft er een slogan van gemaakt: Tina of “there is no alternative”. Ik hoorde het nog maar eens op onze staatsradio, toen een trompettist in het ziekenhuis was opgenomen. Er was zelfs zo’n ernstige longbeschadiging dat een transplantatie nodig zou zijn. Dat alles was te wijten aan corona, althans dat liet men blijken. Bovendien zei de man zelf dat vaccinatie belangrijk was. Dat deed me denken aan Satchmo, de gepassioneerde trompettist Louis Armstrong, die met zijn ontroerende schorre stem zong “What a wonderful world. I see friends shaking hands…”. Geen vuistslagen of elleboogstoten in die tijd. Zijn kapotgeblazen longen konden ook te wijten zijn aan de marihuana, zei men later, of aan het mondstuk waarmee hij zelfs zijn lippen stukbeet. Ziekte is immers nooit te wijten aan één oorzaak, dat wist men toen al. Maar nu is er geen alternatief meer, het is dat of niets. Het virus of niets. Het vaccin of niets.
Dat werd al heel vroeg in het coronatijdperk duidelijk. Hoewel zorgzame huisartsen hun patiënten met oude medicijnen verzorgden, die de veiligheid op lange termijn al bewezen hadden, en merkten hoe de zieken sneller genazen en niet naar het ziekenhuis hoefden, werden bedreigd en soms zelfs bestraft met schorsing of intrekking van hun licentie. Wereldwijd. Als dit niet was gebeurd, zou het griepje/verkoudheid zich ook zo snel hebben verspreid? Zouden er ook minder zwaar zieken en doden zijn gevallen? We weten het niet, dat experiment mocht niet. Ook in de jaren tachtig, toen het neoliberalisme zich verenigde met het globalisme, toen fabrieken in het westen massaal werden overgebracht naar het oosten, toen goedkope buitenlandse werkkrachten de lonen bij ons onder druk zetten, toen zoveel mensen werkloos werden of op hun loon inleverden, ook toen was er geen alternatief. Althans, dat werd ons wijsgemaakt. Stel dat we toen de jobs in ons land hadden gehouden, onze binnenlandse productie en consumptie niet hadden verwaarloosd in het voordeel van export en multinationals, geen deregulering maar regulering hadden gekozen, geen economisch maar politiek beleid hadden gevoerd, zouden we dan nu ook miljardenschulden meetorsen? Zouden we ook in de klauwen van buitenlandse meesters zitten? We weten het niet. Er was geen alternatief. Er was geen staatsmanschap om het anders te doen.
Zich overleveren aan één vreemde autoriteit, zoals de wereldeconomie, die moraal noch menselijkheid bezit, is extreem gevaarlijk. In het boek van Robert Kennedy, “The real Anthony Fauci”, dat zopas verschenen is, kun je lezen welke afschuwelijke excessen dit meebrengt. Dierenliefhebbers zullen het stuk over de experimenten met Beagles, in het kader van het AIDS-onderzoek al te gruwelijk voor woorden vinden. En vooral dat ras, die lieve aanhankelijke mensenvrienden die dankzij hun hoge pijngrens erg begeerd zijn in de labo’s. Maar het stuk over de kinderen in de pleegzorg die eveneens werden gebruikt, misbruikt in feite, voor dit onderzoek, is nog moeilijker te verteren voor een mens die nog een restje empathie bezit. Zelfs de BBC besteedde hier in 2004 een documentaire aan, getiteld “Guinea Pig Kids”. Het eerste geval is een schattig jongetje dat gewoon bij zijn oma en zusjes wordt weggehaald omdat de familie weigert om de jongen aan het experiment te laten meedoen. Ze vinden het nieuwe pleeggezin waar hij verblijft, een vuil huis vol rommel waar het jongetje onverzorgd rondloopt. Hij zal de proeven overleven, maar nooit meer bij zijn familie terugkeren. Het tweede geval is die van een verpleegster die meewerkte aan het experiment en achteraf wroeging kreeg omdat ze zag hoe ziek de medicatie de pleegkinderen maakte. Ze nam twee proefpersonen mee naar huis, stopte met de medicatie, en ze werden opnieuw speelse, gezonde kinderen zoals dat bij hun leeftijd hoort. Toch werden de kinderen weggehaald en naar een ander pleeggezin gebracht. Ze proberen later de kinderen op te sporen, maar vinden ze nooit terug. Niet op de gedenksteen voor de gestorven slachtoffertjes, niet in de instellingen waar deze kinderen verbleven. Er waren er in New York vijf in totaal.
De vraag die bij je opkomt is dan: hoe kan dit? Hoe kan een mens dit een ander mens, en dan nog een onschuldig kind, aandoen? Ik denk dat dit geen kwaadaardigheid is, maar iets veel ergers: de banaliteit van het kwaad. In het boek “Jurassic Park” van Michael Crichton, dat zoals altijd veel boeiender, spannender en diepgaander is dan de film die een familiefilm voor een groot publiek moest worden, legt de wiskundige Malcolm het zo uit: de meeste wetenschappers zijn techneuten geworden die zoals alle techneuten formules en regeltjes volgen, zonder hun verstand te gebruiken. Ik noem ze ontelligenten. Macht verwerven betekende vroeger hard werken en het duurde lang eer men erkenning kreeg. Onderweg had men genoeg levenswijsheid opgedaan om later de juiste beslissingen te nemen. Nu staan ze op de schouders van reuzen en moeten zelf geen inspanningen meer doen. Het hele boek door krijg je dan ook te maken met de mankementen van de technocratische wereld, de verloren wereld. Dat zijn niet alleen systeemfouten van in de conceptuele fase, maar ook in de uitvoering en vooral de menselijke onberekenbaarheid, zoals die wordt aangetoond door de corrupte computertechnicus van het park. Dat is Michaels stokpaardje, de mens die geen complexe systemen kan beheersen en hij had daarbij een bijzondere aandacht voor de gentechnologie, wat tot uiting komt in het falende kweekprogramma van de dinosauriërs. Het geknoei met DNA baarde hem grote zorgen, omdat dit een materie is waar we nog zo weinig van weten. Hoe dat zou evolueren tot een genetisch experiment op de hele wereldbevolking zou hem dan ook niet verwonderen, denk ik.
Nee, de initiators van het hele circus zijn niet allemaal kwaadaardig. Waren ze het maar, dan zou het niet lang meer duren. Dietrich Bonhoeffer, een Lutheraans theoloog die ook door ongelovigen wordt gesmaakt, heeft daar wijze dingen over geschreven. Tijdens zijn verblijf in de gevangenis, opgesloten na een beschuldiging van samenzwering om Hitler te elimineren, schreef hij aan familie en vrienden brieven. Ze werden pas in 1951 gebundeld in een boek. Hij heeft het daarin over domheid en hoe dit veel gevaarlijker is dan kwaadaardigheid. Slechte mensen roepen altijd afkeer op bij de anderen, maar tegen domheid is niets te beginnen. Domme mensen zijn niet vatbaar voor rationele argumenten. Ze worden zelfs kritisch en vaak gewelddadig als je probeert hen op andere gedachten te brengen. Herkenbaar niet? Een begrijpelijke conclusie overigens, als je omringd wordt door mensen die met gestrekte arm naar de brullende hansworst op het podium wijzen. Dietrich Bonhoeffer heeft het einde van de tweede wereldoorlog spijtig genoeg niet gehaald. In 1945 werd hij opgehangen na twee jaar gevangenschap, maar zijn geest blijft verder leven.
Tina heeft ons verraden. Ze maakte ons wijs dat er voor elk probleem maar één oplossing bestaat. En dat die oplossing maar door een heel beperkte groep mensen kan genomen worden. Toen Boutros Boutros-Ghali secretaris van de Verenigde Naties was, nog maar enkele decennia geleden, maakte hij zich zorgen over de centralisatie van de politieke macht. Hij zag dat de soevereiniteit van de naties aan het afkalven was in het voordeel van geglobaliseerde machtscentra en hij zei dat ook. Verdeeldheid van meningen, gevolgd door consensus, kan vertraging meebrengen, maar als het om levensbelangrijke zaken gaat is dat ook veiliger. Om oorlogen te vermijden bij voorbeeld. Of om een hele wereldbevolking in te enten met een experimenteel product. Sindsdien is het alleen maar erger geworden. Je kunt het onvermijdelijkheidspolitiek noemen, wat een veel te vriendelijk eufemisme is. Ik noem het pure domheid.
Tot slot, deze kijktip. Op Disney Channel loopt een Hulu-reeks over het Oxycontin-schandaal, dat zoveel slachtoffers heeft gemaakt in de VS, met Michael Keaton in de rol van verslaafde huisarts. De serie heet Dopesick en gebaseerd op het boek van onderzoeksjournaliste Beth Macy. De marketingstrategie die van het product een bestseller maakte en het farmabedrijf miljardenwinsten opleverde lijkt griezelig veel op de Corona-methodes. Maar bovenal toont de reeks aan hoezeer farma, overheid en officiële gezondheidsinstellingen, tot patiëntenverenigingen toe, verweven zijn met de industrie. Het is echter verheugend dat dergelijke kritische fictie, gebaseerd op keiharde feiten, nu nog door een groot streamingkanaal kan worden uitgebracht. Ik hoop nog steeds dat dit soort wake-up calls onze politici zal bereiken. We blijven maar naar lichtpuntjes zoeken.