U kent het liedje wel. Het begint met de dood van haar paard en eindigt met het afbranden van haar kasteel en finaal met de zelfmoord van haar echtgenoot. Total loss, zou je kunnen zeggen. Zo breng je ontstellend nieuws over aan de getroffene, om te vermijden dat ook die bij een shock het leven laat. Blijkbaar kan een hart echt breken als het verdriet groot genoeg is. Worden wij ook op deze manier stilaan voorbereid op het ergste?
Met de inflatie die nu bij ons 10% bedraagt en de oorlog in Oekraïne die steeds verder wordt gevoed met wapenleveringen en zinloze hoop, zou je dat kunnen denken. Wellicht was iedereen het al vergeten, ik ook trouwens, maar in mijn jaarboek van 2000 heerste er eveneens een oliecrisis met galopperende prijzen. Ook weer na verminderde leveringen en daardoor stijgende prijzen en oorlog in het Midden-Oosten om via speculatie de cirkel rond te maken. Het lijkt een “recipe for disaster” te zijn. Dat men zelfs niet leert uit het recente verleden geeft aan dat er andere motieven zijn.
Met onze economie gaat het, nu het corona-infuus leeg is, ook de verkeerde kant op. De ambtenaren van Financiën zijn weer in gang geschoten, wat in de eerste jaarhelft van 2022 resulteerde in ruim 5000 falingen. Ze kwamen vooral voor in de horeca, wat te verwachten was, maar ook in de bouw. Dat laatste is dubbel erg omdat het refrein altijd luidde dat de bouw de motor van de economie was. Het is ook een sector die nog iets maakt, iets tastbaar produceert, iets wat de (virtuele) dienstensector niet kan zeggen. Oud-premier Dehaene wees tijdens zijn beleid al op het gevaar van een economie die te veel op diensten steunt. Ex-topman van de Nationale Bank, Fons Verplaetse trad hem daarin bij. De tijden kunnen snel veranderen.
Met de werkgelegenheid gaat het dan weer wel goed, ten minste als we de statistieken mogen geloven. Héél véél openstaande vacatures wachten op werkzoekenden. Die bevinden zich vooral in de horeca, nogal wiedes, dat zullen dan de tijdelijke jobs zijn die in de vakantie altijd toenemen. En vooral nu, omdat studenten voor hun inkomen eerder opteren voor een baan het hele jaar door. Verder boomen de vacatures in de gezondheidszorg. Het tekort is daar zo nijpend dat een ziekenhuis een financiële beloning uitlooft voor een kinderarts die zich komt aanbieden. Ze zitten al lang zonder en met de handen in het haar. Je moet maar een numerus clausus invoeren, denk ik dan. Want geef toe, elk examen is een momentopname. Wie weet hoeveel goede kinderartsen er zo voor ons verloren gaan. En huisartsen, en tandartsen, want ook daar is de nood hoog. De beperking van het aantal medici heeft dan ook meer met besparing te maken, want elke dokter kost geld. Niet alleen tijdens zijn lange opleiding, maar vooral daarna, als hij dure pillen en therapieën begint voor te schrijven. Ergens moeten studies en algoritmes rondwaren die deze beslissingen met keiharde cijfers bewijzen. Ik vraag me wel af hoe lang deze jonge artsen en verzorgenden het zullen volhouden in de afmattende wereld van de klinieken en rustoorden. De onmenselijke uren die stagiairs moeten kloppen is een oud zeer. Al in mijn jonge tijd liep een van mijn vrienden stage als chirurg op de spoed. We gingen wel eens langs na een avondje stappen om hem een hart onder de riem te steken. Hij vertelde dan van de dronken havenarbeiders die hij na een gevecht moest oplappen. Hij deed dat bibberend omdat dit erg agressieve krachtpatsers waren en hij stond er helemaal alleen voor. Tot overmaat van ramp brak tijdens zo’n interventie de naald waarmee hij de wonde dicht naaide. Die mannen hadden veel eelt op de handen. In de tragikomische serie “This is going to hurt” zie je dat het in Engeland niet veel beter is. De rol van de jonge arts wordt daar vertolkt door die fantastische acteur, Ben Wishaw, die ook in de HBO-reeks “The night of…” een beklijvende prestatie neerzet. Echt een aanrader.
Met de consumptie van de medische producten gaat het wel veel beter. Tijdens de coronacrisis kon het geld voor mondmaskers, injectienaalden, vaccins en allerlei hygiënewegwerpmateriaal niet op. Zelfs nu nog staat er een peperdure coronapil op stapel, hoorde ik onlangs. De weesmedicijnen, waarmee baby Pia dankzij crowdfunding kon overleven, geven eveneens geen krimp in de prijs. Oude producten worden dan weer vervangen door nieuwe, veel duurdere exemplaren. De goeie, ouwe puf die de gevaarlijke cortisonepillen voor astma verving was ook aan vervanging toe. Je hoefde er nog maar enkele tientallen centiemen voor op te leggen en dat werd blijkbaar te gortig. Maar ja, ze zouden hartproblemen veroorzaken, jawel, je ging er zelfs dood van. Ik ken veel mensen die puffen en ze leven nog steeds lang en gelukkig. Ach, dat zal wel statistisch niet relevant zijn. Op naar de disk, die veel plastic en veel geld vereist, een opleg van ettelijke euro’s en nog veel meer voor onze ziekteverzekering. Een nog niet verlopen patent en research kosten veel geld. Nu maar hopen dat de astmapatiënt er echt bij gebaat is. Even goed als die ouwe puf zou al een zegen zijn.
Met onze handelsbalans gaat het helemaal de verkeerde kant op. Dit instrumentje dat het verschil tussen import en export weergeeft is in feite een barometer voor de economische gezondheid van een land. Een handelsoverschot duidt op welvaart en een mooie toekomst. Een tekort is heel problematisch, zeker als die blijft aanhouden. In 2019 hadden we nog een comfortabel handelsoverschot van 15 miljard euro. Volgens de statistieken op FX Empire ziet het er nu voor ons land zeer somber uit. Tot oktober 2021 hadden we nog steeds een overschot, dankzij de prestaties van onze farma-industrie in coronatijden vermoed ik, maar vanaf dan gaat het snel bergaf met een absoluut dieptepunt in april 2022. We hebben nu een tekort op onze handelsbalans dat ons op de vierde laatste plaats in Europa zet, nog achter Armenië en Albanië. Waarom we dan toch dure energie blijven kopen en de uitvoer van landbouwproducten blijven verminderen is me een raadsel. Onze uitvoer van dierlijke producten en gewassen was immers in 2016 goed voor 6 miljard euro van het handelsoverschot. Ook in Europa heeft de agrarische export altijd hoge cijfers gehaald. Waarom je in moeilijke tijden dan nog handelsverdragen moet afsluiten met Zuid-Amerikaanse landen en Nieuw-Zeeland die onze boeren uit de markt komen prijzen, begrijp ik evenmin. Ik dacht dat de groene transitie voor iedereen dezelfde regels zou opleggen, maar het is globalisme “pur sang” zoals gebruikelijk.
Met de geestelijke gezondheid en de zorg ervoor is het eveneens huilen met de pet op. Steeds meer gebroken mensen richten bloedbaden aan. Steeds meer gefrustreerde, wanhopige mensen beginnen te flippen. De geestelijke gezondheidszorg waar al jaren op bespaard wordt kan de toevloed van jongeren niet meer aan. Volwassenen met depressie verbergen hun miserie en proberen hun job te behouden en hun gezin te onderhouden. De antidepressiva die vaak meer kwaad dan goed doen of gewoon niet werken (zie “Dodelijke Psychiatrie” van Peter Gotzsche) geven een vals gevoel van veiligheid. Binnenkort gaan we wekelijks op de sofa van de therapeut zitten zoals in de VS. Als we het nog kunnen betalen. Maar daar zal dan wel een alternatief appje voor bestaan. De zakelijke efficiëntie (sic!) waarmee alle dingen tegenwoordig worden benaderd leidt tot gevaarlijke situaties. Zoals die seksuele recidivist in Frankrijk die al veroordeeld was voor verkrachting, zelfs van minderjarigen, en gewoon werd vrijgelaten omdat zijn straf minder dan drie jaar bedroeg. Niet alleen de strafmaat is hallucinant, maar dan de opvolging…? Bij ons kan het ook. Een man die al gestraft was voor huiselijk geweld en ook vrij rondliep kon opnieuw zijn ex-vrouw gijzelen en een jongen doden. Dat ondanks vragen om hulp van de slachtoffers aan de politie. Hebben de gemeenschap en het individu in die gemeenschap dan geen belang meer voor onze politici? Neem nu het geval van die Iraanse prof, wiens doodstraf nog hangende is. Zelfs de datum van zijn executie is al voorbij. Maar toch vindt men een gevangenenruil onmogelijk omdat die andere gevangene een heel gevaarlijke terrorist is. Staat of valt het terrorisme in de wereld met deze ene man? Als je weet dat je één mens kunt redden door een andere vrij te laten, is het dan niet je verplichting om dat te doen? Was die Iraanse generaal uitschakelen zonder vorm van proces dan wel een moreel verantwoorde daad? Of is het gewoon om je spierballen te laten rollen, om geen gezichtverlies te leiden, om de volgende verkiezingen te winnen?
De wereld zit op een moreel dieptepunt. Niet enkel op economisch, ecologisch en sociaal vlak stevenen we af op een ramp. De eerste slachtoffers zijn de arme landen, de eufemistisch omschreven ontwikkelingslanden (ontwikkeling voor wie?). Het volgende slachtoffer is Europa, dat verouderde continent, zoals Rumsfeld zaliger het ooit noemde. In “The new confessions of a economic hitman” van John Perkins lees je hoe je een land ten gronde richt. Hij kan het weten want hij deed er aan mee. In bedekte termen heette zo iemand EHM en hij was niets meer dan een financieel adviseur en handelsreiziger. Hij gaf financiële steun voor infrastructuur die linea recta naar westerse multinationals ging die daar goede zaken mee deden. De president van zo’n land en zijn familie vaarden er wel bij, maar de bevolking werd nog armer dan voorheen. Als het geld op was, kwamen het IMF en de Wereldbank op de proppen. Met hun leningen werden dan de overgebleven meubelen geprivatiseerd. Speelde een leider van het arme land niet mee, dan werden voedselrellen en betogingen tegen hem georganiseerd en als dat ook niet werkte kwamen de jakhalzen. Je weet wel wat die doen. Ik krijg sterk de indruk dat Europa nu aan de beurt is. Ik voelde de bankencrisis van 2008 al intuïtief aan als een aanval op ons vermoeide, voorbijgestreefde continent. We waren toen nog wel de grootste economie in de wereld en onze euro deed het zo goed dat zelfs olielanden de petrodollar lieten vallen. Dan kwam corona en sindsdien is het van kwaad naar erger gegaan. De miljardenaankopen van coronaspul, de opzienbarend snelle en buitenproportionele stijging van de energieprijzen, de tekorten aan vervangstukken en grondstoffen, de dwangmaatregelen bij de invoer van de groene-transitie-technologie, de economische sancties tegen Rusland en China die vitaal zijn voor onze economie… al deze dingen hebben de financiële put van de Europese landen nog groter gemaakt. Ondertussen staan de roebel en de dollar op de hoogste plaats sinds jaren en zakt de euro, die eens zo stevige munt, verder weg. Daarom stel ik me de vraag: voor wie werken onze politici eigenlijk? Voor de Amerikaanse en Russische oligarchen? Het kan perceptie zijn, wat weet ik ten slotte over economie en politiek. Toch denk ik steeds meer: Griekenland was de test, nu volgt de rest. (10 juli 2022)