Terwijl de oorlog in Oekraïne – of moeten we zeggen ‘tegen Rusland’? – ons bezig houdt en de daarbij horende graantekorten, speelt er zich, verborgen onder onze ogen, een andere evolutie af. Een revolutie in feite, op het vlak van de landbouw, die van de overschakeling van teelten op basis van veredeling en herwinning van zaden naar een op gentechnologie gebaseerde kweekmethode die in de labo’s van chemische monsterbedrijven gecreëerd worden. Deze zaden hebben blijkbaar een zelfmoordgen, zodat je van de plant achteraf zelf geen zaad meer kunt winnen. Je moet deze dus elk jaar opnieuw kopen en er ook de geschikte pesticiden bij kopen, die enkel bij dezelfde concerns kunnen aangeschaft worden. Dit type onderneming is gegroeid uit de chemische industrie, die ook producten voor biologische oorlogsvoering zoals agent orange en genocidaire producten als Zyklon-B fabriceerden. Een bekende reclameslogan was: ‘vernietigen, dat doen we als de beste’.
Het kan vreemd lijken dat je als fabrikant én pesticiden én zaden zou gaan ontwikkelen, maar vanuit zakelijk oogpunt is dat ideaal. Want dan kun je de perfect op mekaar afgestemde producten ontwikkelen die klanten onlosmakelijk aan je binden. Het is immers zo dat je al die creaties kunt patenteren zodat niemand ze zonder jouw toestemming, en tegen jouw prijs uiteraard, kan gebruiken. Dit systeem werd politiek mogelijk gemaakt door Ronald Reagan, de vriendelijke cowboy-president, en zoals gebruikelijk afdwingbaar over de hele wereld. Nu is het zo dat de verspreiding van zaad oncontroleerbaar is. Het wordt door de wind, de regen, de insecten, de vogels en zelfs door onzorgvuldig transport over de hele aardbol verspreid. In een wat oudere documentaire, getiteld “The future of food”, vertelt een Canadese boer over zijn wedervaren met Monsanto, nu Bayer. Hij was iemand die nog zelfs zijn zaad won, zelfs een zaadbank voor andere boeren was, maar niets wou weten van GGO of Genetisch Gemanipuleerde organismen. Daarentegen deed hij wel aan intensieve monocultuur en gebruikte hij die gevaarlijke bestrijdingsmiddelen. Dat kan ook niet anders, want de twee horen samen. Hij was dus geen bioboer. Hij vertelt hoe mensen van Monsanto (nu Bayer) zonder toestemming op zijn land kwamen en stalen namen. Er was immers van nabijgelegen velden met GGO-planten zaad tussen zijn natuurlijke zaden gekomen. Dat was een inbreuk op de patentwetgeving. Je zou eigenlijk moeten zeggen: kijk, die GGO’s hebben mijn zaden, die van vader op zoon zijn doorgegeven, bezoedelt, dus ik kan schadevergoeding vragen. Maar nee, de rechter bakte het nog bruiner. In zijn verdict gaf hij Monsanto gelijk met volgende argumentatie: het maakt niet uit op welke manier het GGO-zaad terechtkomt op een veld, het patentrecht moet gevolgd worden. Op advies van zijn advocaat vernietigde de boer dan maar al zijn zaden, want als er nog maar één GGO-zaadje tussen zat liep hij weer het risico op hoge schadevergoedingen. In het Canadese hooggerechtshof werd de schadevergoeding afgeschaft, maar de rest van het vorige vonnis bleef overeind. Ik hoop echt dat men de schaarste niet zal aangrijpen om ook in Europa dezelfde deregulering bij GGO’s toe te passen. Net zoals men experimentele vaccins heeft geïntroduceerd omdat corona een noodtoestand was, zou het onze landbouw wel eens op dezelfde manier kunnen vergaan. De biolandbouw wordt hier trouwens ook stiefmoederlijk behandeld. De richtlijnen zijn zo strikt, de subsidiëring zo ontoereikend en de bankiers zo weinig toeschietelijk dat de omschakeling van drie jaar enkel haalbaar is voor landbouwers die in betere tijden een spaarpotje hebben geërfd of opgebouwd, en uiteraard de grote landbouwcorporaties die gefinancierd worden door investeringsfondsen. Deze moderne boeren rijden op hun enorme machines, voorzien van airco en gps over de uitgestrekte, monotone velden en hoeven zelfs niet meer op een knop te drukken. Ze zijn computeroperatoren geworden. Zo gaat met elke traditionele boerderij die nu wordt gesloten generaties aan kennis en vakmanschap verloren.
Het gevaar van genetisch gemanipuleerde organismen voor onze gewassen is duidelijk. Als deze leiden tot resistente superbacteriën die over het hele aardoppervlak gaan huishouden, dan is de apocalyps dichtbij. In het boek “Seeds of deception” van Jeffrey Smith, nochtans een bestseller, werden de gevaren voor onze gezondheid en voortplanting uitvoerig belicht. Er werd geen rekening mee gehouden. Maar mag ons dat verwonderen? Erg verhelderend was voor mij de Zwitserse documentaire over “greenwashing” op Arte. Zo spijtig dat je die tv-zender enkel met irritante voice-over in het Frans en niet met Nederlandse ondertiteling kunt zien. Er werd immers heel wat over een bekend Belgisch bedrijf gesproken, nl. Umicore, Union Minière uit het vroegere Katanga. Naar deze provincie leverde België Lumuba uit om gemarteld en vermoord te worden. Het moest er even tussen na dat recente staatsiebezoek aan Congo. Een mens kan maar zoveel hypocrisie verdragen. De documentaire begon in de Franse Cevennes, een prachtige streek waar Umicore een vuilnisbelt vol giftige, zware metalen heeft achtergelaten. Die sijpelen met het water door in de bodem. Je zag een man die zijn idyllische woning in de natuur had moeten achterlaten omdat zijn hele gezin daar ziek werd. Ze kregen opeenvolgend allerlei soorten kanker. Het bedrijf was nu begonnen met het afdekken van die enorme hoop, maar het werk was blijkbaar nog niet gedaan en je zag er ook niet veel beweging meer. Vandaar ging het naar het Kempische Olen, waar eveneens een enorme berg, maar deze keer met radioactief afval, van Umicore lag. Ik had er nog nooit van gehoord en de omwonenden blijkbaar ook niet. Ze visten vrolijk verder en scharrelden in de tuintjes alsof er niets aan de hand was. De journalisten verbaasden zich er ook over. Dan maar naar Zwitserland getrokken naar een bank die speciaal was opgericht om ondernemingen bij hun groene transitie te helpen. Umicore was er klant. Het dossier met de foto’s van de vuilnisbergen werd achteloos ingekeken en dan weggegooid op een tafeltje. ‘We kijken niet naar het verleden,’ zei de bankier, ‘maar naar de toekomst. En dat bedrijf heeft zich nu volop op duurzame technologie gericht.’ De reporters hielden vol. ‘Maar wie gaat dan voor die opruiming zorgen?’ vroegen ze. ‘Ha, de gebruikers natuurlijk,’ zei de man en toen viel mijn euro. Ik herinnerde me plots die oude slogan van de groene partij: de verbruiker betaalt. De omvang hiervan stond me ineens heel duidelijk voor de geest. Het was een slogan die ik als naïef, links meisje niet meer dan normaal vond, maar die me nu als een wreed adagium in de ogen staarde. ‘En hoe gaan we dat betalen?’ vroeg de reporter. ‘Ha, met belastingen,’ zei de bankier, ‘de verbruiker heeft er immers het genot van gehad.’ Het woord CO-2 taks viel gek genoeg niet. Een tweede interview wees de groene bankier af. Dat was nadat de documakers naar Dubai waren gegaan waar een heus sneeuwparadijs met skipistes en pinguïns in de gloeiend hete woestijn was opgetrokken. De CEO kwam nog vertellen dat alles heel duurzaam was, en inclusief uiteraard, en dat er nog heel wat gelijkaardige resorts in de Arabische oliestaten waren gepland. Ook zero-carbon uiteraard, want daar werden de nodige emissierechten voor gekocht. In mei 2022 stonden die rechten op 87 euro per ton CO2, dus dat zal er dan blijkbaar wel aan verdiend zijn. En wij maar besparen op onze energierekening.
Een erg deprimerende documentaire is te zien op Amazon Prime, getiteld “Dirty Paradise”. Die gaat over het Wayana-volk, indianen die eerste werden verdreven door de houthak in het Braziliaanse regenwoud en dan van de regen in de drup terechtkwamen in het nabijgelegen Frans-Guyana, Frans omdat het nog steeds een Franse kolonie is. In die paradijselijke streek wordt nu ook naar goud gezocht, illegaal, en daarbij gebruikt men veel lood die gewoon in de rivieren worden geloosd. Ik wil er u op attent maken dat goud vooral nu zeer gegeerd is omdat het in tal van IT-producten, zoals o.a. de smartfoon, wordt gebruikt. Kinderen van de Wayana worden daar nu al op zeer jonge leeftijd ziek, maar omdat vis vaak de enige bron van proteïne is, zijn ze erop aangewezen. Een gebrek aan proteïne bij het opgroeiende kind is eveneens gevaarlijk. Deze docu was vooral zo schokkend omdat het er voor die mensen zo uitzichtloos uitzag. Er kwamen wel eens wat bootjes met Franse politiemannen die alles braafjes registreerden, maar daar bleef het bij, zei een van de indianen. Sarkozy was er ook al eens op bezoek geweest, niet bij de Wayana welteverstaan, maar bij de goudmijnen.
Je zou er moedeloos van worden, ware het niet dat er mensen zijn die aantonen dat andere manieren om echt duurzaam te leven mogelijk zijn. Zo zijn er de “earthships”, door een bevlogen architect bedacht, die met behulp van autobanden, glazen flessen en ander wegwerpmateriaal prachtige woningen bouwt waarin je zelfvoorzienend kunt leven. Ze integreren zich in het landschap met oogstrelende vormen en kleuren, heel wat anders dan die blinkende, betonnen constructies die onze horizon nu vervuilen. Rondom zijn glazen wanden voorzien waarachter fruit en groeten groeien. Het water, uitsluitend hemelwater wordt door een ingenieus buizensysteem op vier manieren gebruikt en herbruikt. Uiteraard is hier ruimte voor nodig, maar ik kan me indenken dat er voor stedelijke samenlevingen ook dergelijke oplossingen mogelijk zijn. Midden vorige eeuw, jawel zo lang geleden, dokterde Hundertwasser, ook al dergelijke woningen uit. Ze gebruikten eveneens een geïntegreerde water- en energievoorziening waarbij afval en afvalwaters opnieuw dienst konden doen. Ook voor fabrieken, zoals die van Rosenthal, ontwierp hij mooie architectuur, ver weg van het technocratische steriele dat hij haatte. Hij tekende zelfs een concept voor onzichtbare, stille en groene autosnelwegen. In zijn huis, gelegen in Wenen, kun je de plannen en maquettes zien. Geen vloer is er waterpas, alles golft er in het rond. Hij hield niet van de industriële, geometrische architectuur van de gebouwen die Le Corbusier neerpootte. Net als Gaudi, trouwens. Daarom is zijn werk een curiosum gebleven, meer kunstwerk dan praktische innovatie. We waren toen al slaaf van de technocratie geworden. (26 juni 2022)