De champagnekurken waren net opgeruimd en daar begon het al. Vlaanderen, dat – laten we eerlijk zijn – ons hele koninkrijkje rechthoudt, heeft zich flink in de schulden gestoken. We zitten al boven de 100% van het BBP en dat is voor ons gewest een nieuwigheid. België zat al lang in slechte papieren. We hebben zelfs nooit de 60% gehaald die een voorwaarde was om bij het EU-clubje aan te sluiten. Wat toen de reden was heeft niets met corona te maken en ook van de bankencrisis was nog geen sprake. Van globalisering en privatisering wel.
Sinds veel jobs werden overgeheveld naar goedkopere oorden en de multinationals die toch wilden blijven steeds meer subsidies werd toegestopt, direct of indirect via gelegaliseerde belastingontwijkingssystemen, is de overheidsschuld almaar gegroeid. En toen de Fed in de VS besliste om de broertjes Lehman niet te redden kreeg de overheidsschuld in alle Europese landen een piek van jewelste. Maar toen kwam corona en die gaf de genadeslag. Even leek het erop dat het wat mocht kosten om onze gezondheid te redden. Het kon niet op. Er werd met miljarden gegooid, naar de farma, naar de IT, naar de noodlijdende lokale economie. Er kwam veel minder binnen maar er ging des te meer buiten, uit de staatskas bedoel ik. Gelukkig dat er van de vaccins ook nog wat terugvloeide, dank zij het gestegen jobaanbod in die bepaalde sector. Hoeveel jobs er op andere plekken verloren zijn gegaan, daar hebben we het raden naar. Deze lokale werkgelegenheid komt nochtans van KMO’s die de volle pot belasting betalen en door hun export ook nog eens zorgen voor een gezonde betalingsbalans. Van de transnationale IT-bedrijven en farmagiganten kunnen we dat niet zeggen. Hun grote bonzen zagen hun fortuin wel fors toenemen, nog maar eens.
Maar niet getreurd, we gaan besparen. Op de godsdiensten bij voorbeeld. In een tijd als deze, waar geestelijke steun enig soelaas kan brengen, vervullen dergelijke instellingen toch wel een belangrijke taak zou ik zeggen. Net als de theatertjes en de musicalhallen en de filmzaaltjes waar je even je zorgen kan vergeten. Tijdens de wereldoorlogen werd er nog nooit zoveel naar de bioscoop gegaan, zegt men. Een beetje spiritualiteit, zij het in de vorm van mindfulness of religie, houdt de geest gezond in donkere tijden. Maar ach, wie heeft god of cultuur nodig als je het escapisme in de vorm van amusement uit smartfoon of tablet kan halen. Het is veilig en gezond in deze tijden.
We gaan ook besparen op de sociale huisvesting, want die maatschappijen hebben nog wat kapitaal om nieuwe woningen te zetten. Met de lange wachtlijst die al decennia aansleept zou dat toch maar een druppel op een hete plaat zijn. Op de gevangenissen blijven we gewoon verder besparen. Ze zitten nu al met drie bedden op een eenpersoonscel, zodat er bij de maaltijd een op de wc-pot moet zitten. De minister voor tuchtiging en disciplinering zei dat hij nog bedden zou bijzetten. Misschien kan hij dan ook voor een extra wc-pot zorgen. En dan zijn er nog onze aandelen in investeringsfondsen, ha, de perfecte melkkoe voor een eenmalige geldinjectie. Eens verkocht, dan verdien je er niets meer aan. Misschien kunnen we ook nog wat “sale and lease back” overwegen, of is ons nationaal erfdeel al helemaal verpatst? Je verkoopt het gebouw, soms onder de marktwaarde, en dan huur je het opnieuw maar dan wel volgens de marktprijs. Een lucratieve deal, maar niet voor de belastingbetaler.
Over hoe we onze zieltogende economie nieuw leven gaan inblazen, geen woord. Over hoe we die dure gascentrales en compacte kerncentrales, die van Europa een groen stempeltje krijgen, gaan bekostigen evenmin. Er worden zelfs houtcentrales overwogen, mocht de gaskraan dichtgedraaid worden. Hout, wij die geen kampvuurtje meer mochten stoken. Wat een zottekot, zouden onze hardwerkende voorouders zeggen. Een grap, maar dan wel van een bijzonder kwalijk gehalte.