Toen de laatste kruidenier in onze buurt er de brui aan gaf waarschuwde hij de klanten die hem waren trouw gebleven. ‘Wacht maar,’ zei hij ‘wacht maar tot ze het alleen voor het zeggen hebben. Dan zullen ze nog spijt krijgen dat ik er niet meer ben.’ Met die eerste ‘ze’ bedoelde hij de grote ketens die toen de markt overnamen. De tweede ‘ze’ waren de klanten die hem zo onverwacht in de steek hadden gelaten. Op de radio hoorde je toen kinderstemmetjes zingen van ‘Grocer Jack, grocer Jack, is it true what mummy said, you won’t come back, o no, o no’. Nu, zoveel jaar later zijn ze allemaal verdwenen, op enkele uitzonderingen na. Ook de bakkers, de slagers, de viswinkels, de kaaswinkels en de snoepwinkels. De kleermakers en de schoenmakers waren al veel langer ter ziele gegaan. Ook weg waren de fotograaf, de platenwinkel, de drogist en de ijzerwinkel waar je nog nagels per stuk kon kopen, zodat je voor de enkele die je nodig had geen pak van 100 moest betalen en laten roesten. En nu komt de hamvraag: heeft het ons voordeel gebracht?
Even denken. De kleine kruidenier die zelf naar de vroegmarkt ging leverde dagverse vruchten en groenten. Hij stalde ze buiten uit, zodat je kon kiezen en keuren. Het werd netjes verpakt in een papieren zakje. De grote ketens hebben een lange keten voor iets bij de consument terechtkomt. Ze kopen het goedkoopst aan, waar ook ter wereld. Eén industrieel bereid product, zoals aangetoond voor lasagne, gaat voor het vlees naar één land, voor de verwerking naar een ander, voor de kaas naar weer een ander land, de kaassaus, de verpakking… zo’n artikel reist de hele wereldbol rond en blijft nog goedkoop ook. Bij de verse levensmiddelen is het kwaliteitsverschil nog het duidelijkst. Want al wordt er Belgisch gekocht en misschien zelfs in eigen streek, dan nog gaat er heel wat aan vooraf eer het in de winkel ligt. Eerst komt de veiling, soms reiniging en conserveringsbehandeling, de verpakking, het verdeelcentrum en het transport naar de filialen. Geen wonder dat versheid hieronder te lijden heeft. Wie naar de markt, de kraam of rechtstreeks van de boer koopt, merkt het verschil. Met kleding en meubelen is het net hetzelfde. Er wordt meer belang gehecht aan de kwantiteit dan aan de kwaliteit. Er moet en zal geproduceerd worden tegen de sterren op. De klant moet kopen, kopen en nog eens kopen. De economie is er niet meer voor de mens, maar de mens is er voor de economie.
We drinken frisdrank en bier in blik en plastic, die dan door ons gesorteerd moeten worden, in zakken die wij moeten betalen. De rest van de industriële producten gaat dan in containers die door ons worden gekocht en gevuld. Voor het zelf buiten zetten, op welbepaalde plek en uren, mogen we ook weer betalen, waarna alles wordt gewogen en waarvoor we, jawel, nog eens mogen betalen. De verpakkingen die in de bermen terechtkomen, gaande van drank tot hamburgerzakken en pizzadozen, worden dan door de burger, schoolkinderen, vrijwilligers en soms Chinese vrijwilligers, gratis opgeruimd.
Deze kostelijke grap, zowel voor mens als milieu, zouden we grotendeels kunnen vermijden als we lokaal zouden kopen en de keten zo kort mogelijk houden. Dat je hiermee je vuilnis tot zeker de helft reduceert is een bijkomend pluspunt. Op internet, maar vooral in de programmaboekjes van festiviteiten in je dorp, vind je al heel wat hoevewinkels die een grote waaier aan voedingsproducten rechtstreeks aan de particulier verkopen. Onbehandelde patatten met de aarde er nog aan en niet van die gewassen en door machines verminkte knollen. Blozende appelen, groot en klein, en niet van die uniforme, op maat geselecteerde vruchten waar zelfs geen gulzige larf aan begint. We geven de boer een eerlijke prijs, zodat hij niet wordt uitgeperst omdat grote concerns de race to the bottom zouden winnen.
Ondertussen wordt het ook duidelijk dat men geen lockdowns meer nodig heeft om de rekken in de supermarkt leeg te laten. In het VK ligt het aan de truckers die weg zijn en niet meer terugkomen. Hoe zou je zelf zijn, met die monsterfiles nog niet zo lang geleden. Voor bepaalde groepen is het welgekomen. Die Brexit was de globalisten/centralisten altijd al een doorn in het oog. Anders zijn het de sluiting van verdeelcentra die stakingen veroorzaken, zoals recent bij ons. In de VS is het een tekort aan benzine. De prijzen van gas en olie rijzen ook de pan uit. Een kwestie van vraag en aanbod en nu de economie herneemt is er een krapte op de markt. Een krapte op de markt, hoezo? Wat is er dan met dat enorm overschot van het economisch dieptepunt tijdens corona gebeurd, je weet wel toen bijna alles stilviel? Voorwaar, deze chaos had niemand kunnen voorspellen. Het is een ongelukkig toeval. En voortschrijdend inzicht komt toch altijd te laat. De rest is… conspiracy theory, zoals gebruikelijk.
Laten we onze lokale economie steunen en koesteren. We zullen ze nog hard nodig hebben.