Het misprijzen van de macht
In het begin van de coronagolf, die na een vernieuwde definitie enkele jaren geleden een pandemie mocht worden genoemd, was er veel dat niet klopte. Naast de opgeblazen statistieken, de wilde prognoses en opgefokte mediahysterie, was er in de communicatie nog iets vreemds aan de hand. De toon van de berichtgeving die van ‘s morgens tot ‘s avonds werd ingepompt was volkomen veranderd. Ze deed me soms denken aan die hooggetoonde meisjesstemmen van Mao’s rode-boekje-revolutie, of aan de opgewonden falsetstemmen van nieuwslezeressen in Noord-Korea. Kijvend, vermanend, soms ware donderpreken, niet gespeend van grofgebekte slogans. Een die bleef hangen, ook al omdat hij door jan en alleman en dagen aan een stuk herhaald werd, was: blijf in je kot.
Hij werd zelfs gebezigd door onze toenmalige minister van volksgezondheid. Meer dan een keer zelfs. Het leek me een cool opschrift voor zo’n merchandising t-shirt van een gangsta-rapper, maar niet echt iets voor een politiek of journalistiek mens. Het was namelijk zo dat we de afgelopen jaren vertroeteld werden met een kinder- of zelfs kleutertaaltje. Moeder en vader verdwenen van het toneel en mama en papa verschenen, zelfs in de omgangstaal van volwassenen op middelbare leeftijd die ook wel eens Greetje of Bieke blijven heten. Nu ja, ‘t was schattig en buiten een lichte irritatie bij vervelende mensen zoals ik deed je er niemand kwaad mee. Wat me wel lichtelijk stoorde was de overdreven bezorgdheid die nieuwsankers en weermannen tentoonspreidden, dingen die ver buiten hun bevoegdheid vielen. Ze gaven ons de raad om veel zonnecrème te gebruiken, binnen te blijven als er te veel ozon in de lucht zat, langzaam te rijden bij regenval en ijzel… kortom zoiets als een bezorgde moeder zou zeggen tegen een schoolkind dat zich op weg begeeft. Na je puberjaren neem je haar die betutteling ook niet meer kwalijk. Het stoorde me dus niet echt, vooral ook omdat ik had meegemaakt dat ons zoiets als een waarschuwing voor radioactieve fall-out na Tsjernobyl wél onthouden was. Nu weet ik ook dat de regel in communicatie is dat je volbloed volwassenen altijd een graad lager dan hun diploma aanspreekt, maar rekening houdend met onze hoge graad van geschooldheid is kindertuinniveau toch wel overdreven. Ten slotte bestaat er ook zoiets als levenslang leren, dat erg gepromoot wordt door de beleidsmakers, maar dan bedoelen ze wellicht professionele updating en niet geestelijke verrijking. Maar dit terzijde.
Het was dan ook als een plets ijskoud water in het gezicht, die plotse ommekeer naar bruut en vernederend taalgebruik. Je voelde je ook heel klein worden, omdat je vaak onterecht beschuldigd werd om je medemens met een afschuwelijke ziekte te besmetten die nagenoeg elke keer de dood tot gevolg had. Gaandeweg werden mensen, die door hun beroep of vrijwilligerswerk met veel oudjes, in groep dan nog, in contact kwamen, tot superverspreiders benoemd. Ik dacht daarbij onmiddellijk aan de vliegtuigen en de langarmige tractoren die hun pesticiden over de velden strooien. Een huisarts en een hulpsint in een rustoord werden de posterboys. Ze hadden tientallen besmettingen op hun conto, want iedereen die na hun bezoek positief testte was uiteraard door hen besmet. Het kon bijna niet anders.
Heel verwerpelijk waren ook de jongeren die lockdown-feestjes hielden, of de houders van joodse bruiloftsfeesten, suikerfeesten, begrafenisbuffetten en dies meer. De deelnemers, die een proces of hoge boete aan hun broek kregen verstopten zich in de bosjes, maar de pientere dienders haalden ze eruit. The scum of the earth, dacht ik, ik denk vaak in het Engels. Stilaan begonnen we ons allemaal zo te voelen. We schoven gedwee aan buiten in de kou, met maskertje op en winkelwagentje tussen ons in, we liepen in een boogje om mekaar heen, we durfden een blikje tomaten dat we verkeerd hadden gepakt niet meer in het schab terug zetten, we volgden de pijltjes van de winkelgangen, ook als we daar niet moesten zijn, we zouden zelfs stoppen voor een rood licht in de woestijn. ‘t Is godgeklaagd, zou een van onze luttele anarchistische politici zeggen, mocht hij nog in leven zijn. Anyways…
In het boek Tragedy & Hope van Joe Plummer wordt de minachting die het machtsapparaat voor het klootjesvolk heeft goed uit de doeken gedaan. Het vertelt het fascinerende verhaal over een geheime bijeenkomst van enkele industriëlen en bankiers op een mysterieus eiland, te weten Jekyll eiland. De naam alleen al, je kunt het zo gek niet verzinnen. Bedoeling van het conclaaf: werelddominantie, niet meer en niet minder. Onder de samenzweerders wordt een systeem besproken, dat zo vernuftig en misleidend is dat de oplichterij nog tot op de dag van vandaag heel de wereldbevolking in zijn greep heeft. Als ik het zo formuleer lijkt dit een scenario voor een James Bond film. Maar nee, vreemd genoeg heeft Hollywood dit spannend script nooit op het grote scherm gebracht. Nu een verzonnen pandemie alle mensen op aarde gijzelt wint dit verhaal bij mij aan geloofwaardigheid. Het selecte clubje heeft zijn invloed blijkbaar tot in alle regionen van het menselijk leven genesteld, in een wereldomvattend netwerk. Ze beheersen de media, dus ook de politiek, het bankwezen, farma en chemie, entertainment, IT… en alle levensnoodzakelijke nutsvoorzieningen tot water toe. We leven in een kooi met een heel dun laagje bladgoud, beste mensen. En zij lachen er mee.
Herinner je je nog de slappe lach van Clinton en Jeltsin tegenover een flitsende persmeute? De high-five tussen Poetin en de Saoedische koning als begroeting bij zo’n G-top? De opmerking van ex-premier Aznar van Spanje, onbewust van het feit dat de micro nog aan stond: welke onzin heb ik hier nu weer uitgekraamd? De quote van ons aller Dehaene, de peetvader van de Europese grondwet, die niet zo mag genoemd worden: ik hoop dat ze begrijpen wat ze hier ondertekend hebben?
Zijn dat mensen die het goed met ons voorhebben? Onder het mom van een dodelijk virus worden in sneltempo kleine en middelgrote ondernemingen kapot gemaakt, terwijl de kleine en middelgrote vermogens nog sneller dan voorheen verdampen. Zoals hogepriester Schwab ons voorhoudt in zijn manifest zullen we in de toekomst niets meer bezitten. We worden dan overgeleverd aan de grillen van degenen die ons nu naar de rand van de afgrond drijven.
Sorry, ik moet doemdenken om de ernst van de situatie aan te geven. De doomsday klok is middernacht al gepasseerd en hoe langer we wachten om in te grijpen, hoe moeilijker het is om ze terug te draaien. We moeten nu onze ketens verbreken en uit de grot met de schaduwbeelden ontsnappen, recht naar het volle licht van de werkelijkheid toe. Hoe pijnlijk en angstaanjagend dat ook mag lijken.
‘Emancipate yourself from mental slavery.’ Met dank aan Bob Marley.
Gastbijdrage van Eva Frans