Al van voor de coronacrisis werd gevreesd voor een hyperinflatie in vele landen en daarbij verwees men graag naar de Weimar-republiek. Er valt iets voor te zeggen. Na de bankencrisis van 2008 waren veel landen, niet in het minst de Europese, verplicht om zich diep in de schulden te steken. Omdat in het begin onder impuls – of moeten we zeggen “dwang”? – van de EU en vooral Duitsland soberheid werd nagestreefd, probeerden regeringen dit op te vangen door bijkomende privatiseringen en het afbouwen van sociale voorzieningen. Toen het vet van de soep was, volgde de Q.E. wat in simpele woorden, geld bijdrukken door de centrale bank, betekende. Dit was fictief geld, of geld zonder onderpand, dat materieel werd door leningen toe te staan. Een oplossing waar landen maar al te graag gebruik van maakten, omdat de rente laag stond. Maar ze stond niet zo laag als de rente van de banken, die alsnog een flinke duit bij verdienden. De schuld van de naties bleef verder de pan uit rijzen. Maar niet getreurd, zo’n kapitaalinjecties moeten de economie wel een flinke boost geven. En ja hoor, de economie groeide weer, alleen was daar voor de gewone burger weinig van te merken. Ook van die inflatie die je normaal zou verwachten bij het rondstrooien van zoveel helikoptergeld kwam niets in huis. Dus toch geen hyperinflatie zoals in Weimar. Geen wasmanden vol papiergeld die je buiten voor de winkel liet staan en toen je ze wilde halen, was de mand verdwenen en de berg geld lag er nog. Geen miljoen Turkse lire betalen voor wat cola’s in een buikdanscafé, zoals in Istanbul jaren later. Nee, deze keer was het anders aangepakt, globalistisch en technocratisch uiteraard.
De grote banken deden wat ze altijd deden, zichzelf verrijken. Ze waren immers toch too big to fail, zoals politici aller landen tot in den treure herhaalden. In plaats van de reële economie, die van voeding, meubelen en dies meer, op gang te helpen, bleven ze vrolijk verder speculeren, met hefboompjes spelen en als het moest eigen aandelen opkopen. De beurzen draaiden als nooit tevoren en de economie groeide, maar het was wel een zombie-economie. De gewone burgers zagen niets van dat geld. Ze moesten wel voor alles, van overheidsdiensten tot dagdagelijkse producten, meer betalen. De euro was daarbij een ideaal middel om ons zand in de ogen te strooien. Want hoewel ons steeds werd voorgehouden dat de invoering van de euro geen prijsverhoging zou meebrengen, is die er toch wel gekomen. Maar we merken het niet. Dat komt natuurlijk omdat de euro zo klein lijkt: 1 euro was namelijk gelijk aan 40,3399 BF. Als je ervan uitgaat dat een nieuwe Polo momenteel zo’n 28,000 euro kost, dan komt dat neer op meer dan 1 miljoen BF. Dat was de prijs van een Porsche vroeger. In het begin rekenden de mensen de prijzen nog wel om en dan schrokken ze toch al. De handelaars waren ook zo vriendelijk om de twee bedragen te printen. Maar wat later ging ook dat verloren. Wat koop je nog voor een euro, laat staan een halve euro. Wat kocht je vroeger voor veertig BF, twintig BF? Dat is normaal, zeg je. Er is altijd geldontwaarding. Juist, maar waarom eigenlijk? Omdat we altijd meer moeten kopen en er meer geld in omloop komt? Leven we dan niet in een voortdurende staat van inflatie en nu zelfs stagflatie? Je zou al voor minder van een systeemfout kunnen spreken.
Het is niet perfect, zeggen economische experts, maar kapitalisme is toch het beste dat er is. Ja, op het eerste gezicht lijkt dat te kloppen. Het communisme ging faliekant ten onder, maar wacht, was dat geen staatskapitalisme? En als we naar de enorme rijkdommen van Poetin en vrienden kijken, is het dat misschien nog altijd, niet? Ook in het westen lijken het toch steeds dezelfde plutocraten te zijn die met de winst van een grote crisis gaan lopen. Dat zijn veelal klanten van investeringsfondsen en de big chiefs daarvan ook uiteraard. In de chaos van verandering kunnen ze hun slag slaan, zoals Blackrock na 2008 een vastgoedmogol werd dank zij al die huisuitzettingen overal ter wereld. Het lijkt allemaal toevallig, maar het zijn ook altijd toevallig dezelfde actoren die ervan profiteren. Vastgoed is nog steeds een begeerde commodity, vooral nu de rente op andere beleggingen het laat afweten. De prijzen worden ook kunstmatig – of is dat ook toevallig? – hoog en hoger gehouden. Hele verpauperde wijken en torenflats worden opgekocht en de bewoners ervan verdreven. Dat is makkelijk. Je laat ze verloederen, laat het afweten bij noodzakelijke herstellingen, en als je toch niet anders kunt doe je de reparaties halfslachtig, met gevaarlijke en zeer brandbare materialen, die – hoe is het mogelijk? – nog eens door de overheid worden goedgekeurd of door de vingers gezien. Waarmee ik niet wil zeggen dat dit alles opzettelijk gebeurt, nee, het is toeval.
Het is dan ook van een ongekende schamperheid dat op 1 mei en Ons-heer-hemelvaart, het feest (jawel, feest) van de arbeid van twee onderscheiden gezindten dat de voormannen van de vakbonden twee uitgelezen thema’s kozen, die het werkvolk van ons land geen millimeter vooruit zullen helpen. De niet-religieuze tak had als speerpunt de 0,4 procent loonsverhoging voor bedrijven die het goed hadden gedaan, gekozen. Ik vraag het u, o,4 procent, en daar doen ze nog moeilijk over. Laten we het rond houden. Op een maandelijks bedrag van 1000 euro is dat 4 euro, op de riante som van 2000 euro is dat maar eventjes 8 euro. Wat kunnen we daar allemaal mee doen. Maar ja, de kleintjes moeten op de kleintjes passen. De vakbond van de chiefs vond bovendien dat die luxueuze loonsverhoging pas mocht gelden vanaf een extra ondernemingswinst van 30 procent. Net die dag zag ik op die Amerikaanse zakenzender MSNBC dat Apple tijdens de corona 20 procent meer winst had geboekt. Computer says no. De ondernemers vonden eveneens dat onze lonen zeker niet hoger mochten liggen van die van de buurlanden. Op Arte liep toen juist “Vive le travail!”, erg ironische titel by the way, met testimonials van werknemers uit deze exemplarische buurlanden. In Duitsland schoven na de zoveelste Harz-regeling nog meer werkloze armen aan bij de voedselbanken, ook architecten en advocaten. Voorwaar een gidsland. Je had daar een man, die hogere studies journalistiek had gevolgd en die ettelijke jaren bij een lokaal blad had gewerkt en dan van de ene dag op de andere werd afgedankt. Hij had zich aan de nieuwe tijd aangepast en schreef nu content, – zo noemen ze de edele kunst van het schrijven momenteel – aan de meter voor een aantal websites. Daar kon hij uiteraard niet van leven en daarom combineerde hij dat met deeltijds oppassen in een school, afwisselend overdag en ‘s nachts. Tussendoor kwamen academici, die meer geluk hadden, waaronder sociologen, psychologen en andere -logen, vertellen dat deze mensen in een precaire arbeidssituatie zaten. Later pas werd ik me er van bewust dat deze reeks uit pre-coronatijden stamde (geen mondsmaskers, wel handjes geven). Ik vroeg me af hoe die oppasser in een school, nu die gesloten waren, het zou redden. Ik troostte me met de gedachte dat iemand die al zoveel pech had gehad, zijn plan wel zou trekken. Dat hoop ik toch.
Een mooi rolmodel was ook die jongen uit Ecuador, geloof ik, die zijn geluk had gezocht in het Verenigd Koninkrijk. Hij wilde vooruit in het leven en ging aan de universiteit economie studeren. Om dat te bekostigen poetste hij daar ook in een ploeg van lotgenoten uit alle hoeken van de wereld. Ook in zijn universiteit, waar hij ontdekte dat die eveneens met onderaannemers werkten die niet altijd de juiste verloning uitkeerden aan de illegale immigranten, en soms ook zelfs weken niet betaalden. Intussen was hij aan het eindpunt van zijn studies gekomen, waarvoor hij overdag naar de les ging, daarna in de bib soms tot middernacht bleef studeren, om dan weer om zes uur op te staan om de poetsploeg te vervoegen. Omdat hij al snel begreep dat een academische of andere carrière niet voor hem was weggelegd, begon hij met een net als hem afgestudeerde medestudent, een volbloed Brit zo te zien, een speciale vakbond voor zwakke arbeidskrachten zoals hij er zelf een was geweest. Blijkbaar had de reguliere vakbond hier geen oren naar. Hij organiseerde met succes stakingen voor op tijd betaalde lonen, minimumlonen en kreeg het zelfs gedaan dat in zijn universiteit niet meer met onderaannemers werd gewerkt. Hij was vol lof over zijn werk en zijn vakbond had al zo’n twintig werknemers, zodat hij zelfs plannen maakte om in andere landen gelijkaardige initiatieven op te zetten. Ook bij dit succesverhaal vroeg ik me af hoe deze mensen doorheen de coronaperiode met zijn gesloten scholen en bedrijven spartelden. Het doorzettingsvermogen van deze man gaf me nochtans hoop.
Maar ook als je het toch tot universitair assistent schopte kon je in Frankrijk met het precariaat worden bedreigd. De assistent die colleges gaf aan de universiteit aldaar moest nog gaan bijverdienen in de lokale supermarkt. Daar kwam hij dan vaak studenten tegen die het vreemd vonden dat hij daar de rekken aan het vullen was. De man zal nu wel voltijds rekkenvuller zijn wellicht, of misschien heeft hij wel resoluut voor een totaal ander beroep gekozen.
De vakbondsleider van de katholieke tak bakte het nog bruiner. Hij kwam op voor het afschaffen van de patenten op de vaccins voor de arme ontwikkelingslanden. Het zou lovenswaardig zijn, mocht het publiek van deze landen niet erg weigerig staan tegenover vaccinaties omdat zij al vaak hebben meegemaakt dat ze als experiment dienden voor dergelijke goeddoenerij. We denken hierbij aan polio in India en Afrika, waar ook de ebolahulp op grote tegenstand bij de bevolking kon rekenen. Maar dat terzijde. De oproep tot afschaffing van patenten op coronavaccins is immers pure retoriek, want wie gelooft nu nog dat big pharma deze lucratieve handel zal opofferen, laat staan dat ze hun methodes voor de hele wereld te grabbel zullen gooien. In het beste geval zullen we zoiets krijgen als coca-cola, ter plaatse maken onder strikt geheim gehouden licentie. In de houding van de vakbonden, en extreem-links, tijdens die hele coronahistorie heeft er me trouwens altijd iets dwars gezeten. Waarom hebben zij die altijd voor de arbeid vechten zo grif ingestemd en laten we het zo maar noemen, gecollaboreerd – sorry, mensen, de kracht van het woord – met de grootindustrie en het grootkapitaal dat hier van garen spint? Zagen ze de kaalslag niet in de jobs en de rechten van alle werknemers? Geven ze echt alleen maar om de grote sectoren, die trouwens aan de ramp ontsnapten en er zelfs grof aan verdienden, aan de ondernemingen met meer dan 100 werknemers waar ze een vertegenwoordiging hebben, en niets om de kleine zelfstandigen en de middelgrote bedrijven die buiten wat steun, als ze er al voor in aanmerking kwamen, in de steek werden gelaten? Dat deze organisaties nog steeds niet opkomen voor de mensen die in schijnzelfstandigheid – de moderne term is freelancer – worden gedwongen is onbegrijpelijk. In dat andere gidsland, Nederland, heten ze die mensen ZZP’ers.Je treft ze aan in diverse sectoren, maar ook bijvoorbeeld bij de Post. Nu de reguliere brievenpost door internet naar de eeuwige jachtvelden is verbannen, moest tante Pos snelsnel andere inkomsten zoeken. De pakjesdienst, ook al zo’n boeman voor het lokale kleinbedrijf, bood soelaas. Om het geheel verdienstelijk te maken werd gekeken naar schoolverlaters en andere wanhopig-werkzoekenden om de vaste jobs van de vroegere postbedienden voordelig op te vullen. Eerst kregen ze nog een bestelwagentje van de werkgever. Daarna werden ze verplicht om zelf transport te verzorgen: een witte, neutrale camionette volstond. Wie dat niet had – en dat waren er veel, vermoed ik – kon er eentje leasen tegen zoveel euro per maand, af te trekken van de magere winst welteverstaan. De vergoeding werd per afgeleverd pakje berekend, ongeacht of je er een of meerdere keren voor moest aanbellen. Na een tijdje werd het nog fraaier. Opeens zakte de vergoeding per pakje enkele euro’s en niemand die je verdedigt. Staken is moeilijk als er zoveel legale en illegale sukkels naar werk op zoek zijn en in de verte lonkt alweer het zelfrijdende voertuig en de drone die je pakje tot in de tuin kan droppen.
De christelijk geïnspireerde vakbondsleider meende eveneens dat een wereldregering ook goed zou kunnen zijn om elk mens gevaccineerd te krijgen. Die zou zo maar even die patenten kunnen wegwuiven met een eenvoudige verklaring. Zoals de WHO dat deed met de aankondiging van de coronapandemie. Wat later hoorde ik Roger Waters, ook van de WHO, maar dan een muzikale variant, eveneens voor een wereldregering pleiten, deze keer voor het oplossen van de Israelisch-Palestijnse kwestie. Even een vingerknip van de wereldpremier en nooit geen oorlog meer. Toch prachtig. Misschien hebben we Henry Kissinger die al lang voor zo’n nieuwe orde pleit altijd verkeerd begrepen. In elk geval, dat spook van Weimar, dat komt er weer aan. Economisten en beleggingsadviseurs waarschuwen ons voor een inflatie. In de Weimarrepubliek was het een bureaucratisch liberalisme en uit de pan rijzende overheidsuitgaven om de economie te redden, die de hyperinflatie en uiteindelijk Hitler en het nationaalsocialisme meebrachten. Zal het corporatistische liberalisme en de monsterachtige uitgaven voor corona en milieu in onze tijd ook tot inflatie leiden en tot een dictatoriale wereldleiding van globaalsocialisme? Wait and see…?
Eva Frans